Als ik opsta moet ik huilen,
Als ik naar bed ga moet ik huilen,
En daartussen in….
Als ik ’s nachts na een paar uur slapen klaarwakker ben moet ik huilen.
Het doet zo’n pijn.
Als ik z’n voicemail hoor moet ik huilen.
Als ik naar z’n laatste foto’s kijk moet ik huilen,
Die angst en wanhoop in zijn ogen.
Alles wat ik zie in huis heeft een verhaal,
Alles wat ik aanraak een herinnering.
Z’n laatste pyjamajasje, een foto van lang geleden.
De laatste dingen die hij nog at, een stukje worstenbrood, (5 halen 4 betalen knalt het in de winkel tegemoet) een minislaatje, een paar druiven.
Ik zal nooit meer druiven kunnen eten zonder aan Jan te denken.
Als ik de muziek van zaterdag aanzet moet ik huilen, als ik die muziek niet aanzet is de stilte oorverdovend.
Kom nu maar weer terug Jan, ik vind er niks meer aan zonder jou.
Gisteren ben ik maar meteen een grote meid geweest, naar de apotheek gegaan met een grote tas overtollige medicijnen waar ik op de zwarte markt vast nog een leuk bedragje voor had kunnen krijgen. En naar de supermarkt. Daar stond ik onbeschaamd nieuwsgierige vragen te beantwoorden van verre kennissen. En ik dacht braaf: ze zal het vast goed bedoelen.
De verwarming is zondagnacht op hol geslagen, dus er moet een mannetje komen om een onderdeel te vervangen. Het weerstation piepte midden in de nacht. Vraag me af of het plagerijen van Jan zijn, samen met de kapotte vaatwasser en het haperende toetsenbord van vorige week. Maar er wordt ook over me gewaakt: Toen ik boodschappen ging doen was ik vergeten het kaarsje uit te blazen dat bij Jan z’n foto’s staat en toen ik terug kwam was het uit. Niet op, ik kon het gewoon weer aansteken. Eigenlijk geloof ik daar helemaal niks van, maar ik wil het wél graag geloven. Het idee dat hij nog in de buurt is, meer dan alleen in mijn hart.
Mijn dochters hadden ook nog een mooie Jan-plagerij voor me: We hebben een lijstje voor je gemaakt mam: maandag ga je bij die eten, dinsdag bij die, woensdag…. En ze noemden allemaal mensen waarvan wij weten dat ze alleen een blik opentrekken, de frietpan aanzetten of waarbij ik zeker niet aan tafel wil zitten. Schatjes.
Toen ik het fototoestel wilde opruimen kreeg ik ruzie met de la. Die wilde niet goed dicht. Daarom trok ik de la eronder open en vond een foto van Jan. Uit het allereerste begin, compleet met leren jas. Zo zag hij eruit toen ik verliefd op hem werd en ik wist meteen weer waarom.
Of het nu toeval is, of het nu Jan is...wat maakt dat uit? Ik zou ook zeggen dat Jan je nog even laten weten dat hij nog 'bij je is', het zijn teveel toevalligheden. Wat anderen ook denken of geloven, het gaat om jou en als dat een glimlach op je gezicht tovert tussen alle tranen door moet je dat maar accepteren als kadootje van Jan. Je komt me net zo nuchter over als ik ben maar met zoveel toevalligheden zou ik ook gaan twijfelen.
BeantwoordenVerwijderenLieve Wil, ik wens je zo enorm veel kracht toe, het zal niet makkelijk zijn nu voor je (en dat is nog een understatement denk ik). Er wordt aan je gedacht!
Beste mevrouw van der Meer, ik volg al een tijd uw blog...
BeantwoordenVerwijderenU kunt het allemaal erg goed, en mooi verwoorden.
In veel zaken die u beschrijft, herken ik heel veel!
In 2011 verloor ik mijn beste vriend aan die rotziekte, en exact een jaar later mijn Moeder.
Ook ik ben zo nuchter als maar kan, eerst zien, dan...
Maar ook ik heb dit soort dingen meegemaakt na het overlijden van deze voor mij zo dierbare mensen, en zoals de schrijver van de vorige reactie ook zegt, ik heb daar ontzettend veel positieve steun aan gehad, en ondanks het verdriet, toverden deze gebeurtenissen ook een glimlach rond mijn mond!
Ik ben daardoor heel anders gaan denken over bepaalde zaken, en nog steeds ben ik een nuchtere persoon, maar ik geloof nu ook dat er vast iets is waar onze dierbaren zich verzamelen, en zo af en toe nog even bij ons mogen zijn.
Geniet ervan lieve mevrouw, en ik wens u alle goeds, en vooral heel veel kracht voor nu, en voor de toekomst.
Met vriendelijke groet, Romana.
Beste Will,
BeantwoordenVerwijderenGecondoleerd met jullie verlies. Bovenvermelde tekst van jou doet me denken aan een mooie tekst die ik eens gehoord heb bij een herinneringsdienst.
Ik deel deze met jou in de hoop dat je er steun uit ervaart.
Een emmer vol tranen.
Als er iemand dood gaat van wie je veel houdt
Dan lijkt je verdriet wel een emmer vol tranen
Die allemaal gehuild moeten worden
Pas als dat gebeurt is, is je verdriet te dragen
Schaam je niet voor je tranen, houdt ze niet in
Laat ze maar komen het geeft je lucht
De emmer wordt leger er komt weer meer ruimte
Bij sommigen is de emmer vlug leeg
Bij anderen duurt het langer want ieder schreit op zijn eigen tijd
Maar sluit hem niet af met een deksel van flinkheid, schaamte of angst voor de mensen
Want dan moet je hem meetorsen en hij wordt alsmaar zwaarder
Dus gun je tranen de vrije loop zelfs in tranen zit troost;
Ze dragen druppel voor druppel je verdriet naar buiten.