donderdag 21 februari 2013

10 minuten

Boodschappen doen, 2 ons boontjes….. au!
Ik besluit ze op te eten met een frietje stoofvlees want daar heb ik zin in. Nog voor ik thuis ben met de friet heb ik al spijt want ik zie het ineens haarscherp voor me: een paar weken geleden haalde ik ook friet, voor een dochter en mezelf. Jan at nog maar minihapjes maar zat voor de gezelligheid wel tegenover me aan tafel. In zijn pyjama en met z’n haar rechtovereind. Af en toe reikte ik hem een frietje met stoofvlees aan. Ik was blij dat hij zo nog wat binnenkreeg en blij dat hij van die paar frietjes genoot.
Wat zou ik er voor over hebben als ik zo nog eens mijn friet met hem kon delen. 10 minuten per dag en ik zou al zó blij zijn.

Gisteren moest ik bloed laten prikken vanwege mijn diabetes en ik denk aan al die keren dat Jan dat moest. En aan de mega-blauwe plekken die hij er door kreeg. Overal behalve in het Erasmus MC moest hij discussie voeren met degene die hem prikte. Vanwege veel te weinig trombocyten had hij grote kans op nabloedingen en dus wilde hij altijd een strak verbandje in plaats van een pleister.
Ik vind het maar niks in het hokje van de prikdienst en zeg dat ook meteen.

Thuisgekomen bel ik met de assistente van mijn huisarts. De hypotheekverstrekker wil een verklaring van de arts die de dood van Jan heeft vastgesteld, maar dat was een arts van de huisartsenpost. (en toen die kwam was ik in discussie met de uitvaartondernemer, een discussie die anderhalf uur duurde) De assistente weet niet zeker of ze de goede arts weet, dus adviseert ze me te bellen naar de huisartsenpost. Doe ik. Die zijn er dus niet overdag. Dus ik bel naar het centrale kantoor. Daar moet eerst overlegd worden of deze informatie gegeven mag worden en ze zullen me ’s middags terugbellen. Niet dus.
Maar geen nood: ’s avonds is de huisartsenpost wél open en ik bel hen en ik krijg de informatie die ik vraag. Eerst wordt Jan z’n geboortedatum gevraagd. Oei, zo jong nog, klinkt het aan de andere kant.
De volgende ochtend word ik gebeld door iemand van het centrale kantoor van de huisartsenpost. Zij snapt niet waarom ik met dit soort vragen lastig gevallen word. Ik ook niet, dus ik geef  haar het telefoonnummer van de hypotheekbank. Ze belt meteen, want nog geen tien minuten later wordt ik door de hypotheekverstrekker gebeld. Ik hoef me niet ongerust te maken zegt die. Dus ik leg uit dat ik dat helemaal niet doe. En ik vertel hem ook nog even dat ze beter kunnen vragen naar de naam van de eigen huisarts op dat formulier. Die weet n.l. iedereen zo te vertellen en daar kan ook de nodige informatie gehaald worden. Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Ja, zegt hij dan, gevolgd door weer een stilte. Ik hoor hem denken, verrek, die vrouw heeft gewoon gelijk. En hij biedt zijn excuses aan. Das mooi, nou nog even die formulieren aanpassen beste hypotheekmeneer.

Met de uitvaartverzorger heb ik nog een appeltje te schillen, eigenlijk wel een hele fruitschaal. De meeste punten die misgingen hebben vooral met communicatie te maken, en met empathie. Volgens mij moeten beide optimaal zijn als je in die branche gaat werken. Dinsdag komt er iemand hierheen, eens kijken hoe ze dit gaan oppakken…
En morgen mag ik naar de bank waar Jan een rekening had, ik hoef mij niet te vervelen. Gelukkig gaat er een dochter mee, want aan mijn zeefje heb je nog niet zo veel.

2 opmerkingen:

  1. Ik denk dat maar weinig instanties beseffen wat jij, en andere nabestaanden, meegemaakt hebben na een overlijden.
    Pas als zo'n beller er zelf ervaring mee heeft gaat ie zich anders opstellen.
    Sterkte morgen maar weer Wil, niet leuk al dat geregel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook sterkte vanuit Eindhoven, bij alles wat je meemaakt en moet regelen!

    BeantwoordenVerwijderen