donderdag 28 februari 2013

mannen met jurken

De paus treedt vandaag af. Jan zou met z’n neus tegen de tv aan gezeten hebben. Hij was dan wel atheïst, maar mannen met jurken vond hij reuze interessant. Ik heb nooit begrepen waar die fascinatie voor kerken, kloosters, paters en pausen vandaan kwam. Maar nu de paus aftreedt denk ik daar maar één ding bij: wat jammer dat Jan dat niet meer meemaakte. (en stiekem wil ik ook nog wel graag denken dat hij iets te maken had met die blikseminslag in het Vaticaan)

Zaterdag is het 2 maart; dan zou Jan jarig zijn, 56 zou hij worden. Met een klein beetje moeite heb ik het voor elkaar gekregen dat we zaterdag de as van Jan mogen ophalen bij het crematorium. Dat kan namelijk eigenlijk niet op zaterdag, maar toen ik uitlegde dat het precies op zijn verjaardag is wilde de meneer van het crematorium wel een uitzondering maken.
We gaan hem met z’n vijven ophalen, precies zoals we hem weggebracht hebben. Dat zal raar zijn, een klein beetje Jan weer thuis en toch ook weer niet. Ik heb geen plannen met zijn as, maar dat hoeft ook nu nog niet. Gewoon op z’n tafeltje zetten bij de andere herinneringen.

Het is op die dag precies 29 jaar geleden dat Jan en ik voor het eerst samen op vakantie gingen, een weekje naar Parijs. We kenden elkaar toen ruim een half jaar en we vonden elkaar wel aardig. Die week in Parijs beviel zo goed dat we elkaar daarna iets meer dan aardig vonden, mensen zagen het gewoon aan ons toen we weer terug waren, we straalden.
Die week komt nu vaak in mijn herinneringen naar boven; Jan in z’n leren jas met sjaal en ik met m’n houtje-touwtje-jas langs de Seine, in de metro, in het Louvre, op de Eifeltoren en bij het balletje-balletje op een marché aux puche waar Jan behoorlijk wat geld verloor.
We werden met de dag meer verliefd op elkaar.
En nu moet ik voor het eerst in 29 jaar zijn verjaardag zonder hem zien door te komen met alleen maar een bus as op een tafeltje.

Terwijl ik dit typ word ik gestoord door een mannetje van Oxxio aan de deur die mij toch vooral een paar honderd euro wil laten besparen op mijn energierekening. Hij is nogal hardnekkig en ik denk aan de oplossingen die Jan daarvoor had. Hij kon zo iemand helemaal gek maken met de vraag wat hij dan eigenlijk gewonnen had en wanneer ze de prijs kwamen brengen en dat hij zo blij was dat hij uitgekozen was om in de prijzen te vallen.
Volgens mij  heeft Jan zelf voor de ultieme energiebesparing gezorgd, de helft minder douchen en de helft minder vaatwasser en wasmachine laten draaien, dat zal behoorlijk schelen.
Zometeen maar eens even de tv aanzetten, eens kijken naar die man in die jurk.

woensdag 27 februari 2013

3 gaten

Ik heb een afspraak op het gemeentehuis om een nieuw paspoort aan te vragen. De oude wil ik graag terug hebben dus die wordt ongeldig gemaakt met een lawaaierig apparaat dat er drie gaten in slaat.
En nu ik er toch ben wil ik het paspoort van Jan ook ongeldig laten maken want dat moet geloof ik. Dus ik leg uit aan de baliemedewerkster dat mijn man een maand geleden overleden is en dat ik zijn paspoort ook graag wil bewaren.
Zonder enige reactie, zonder een spoor van emoties neemt ze de pas van Jan mee naar het apparaat een eindje verderop. BAM,BAM,BAM. Drie gaten slaat ze door de pas waarmee we in Engeland, Ierland, Barcelona, Wales, Denemarken, Frankrijk en Marokko waren.
En drie gaten slaat ze in mijn hart.
En weer zonder blikken of blozen, zonder enige blijk van medeleven krijg ik die pas terug. Met drie gaten.
Ik kan nog net “dankjewel” zeggen en rij huilend naar huis.

Er zijn dagen dat ik er zelf ook in geloof dat het wel goed gaat. Er zijn ook dagen dat ik wel beter weet.
Eind van de ochtend was ik bezig met roosjes voor de mensen waar ik op bezoek ging, ik moest nog een vaatwasser en een droger aanzetten, de papiercontainer van de achtertuin naar de voorkant brengen, een eitje koken omdat ik gezond moet eten, m’n tablet laden, smsjes beantwoorden, en een mailtje van Femke van AlleeWonen die ons supergoed helpt om alles met de CZ te regelen wat er maar geregeld moet worden en eten. En om half 2 moest ik op ’t gemeentehuis zijn.
En dan knal ik er keihard tegenaan: dit kan ik dus niet!!! Ik kan niet meer multi-tasken, eigenlijk moet ik heel gestructureerd al die dingen één voor één doen, liefst met een afstreeplijstje ernaast, maar dat lukt me dus niet. Ik voel de onrust en stress door mijn lichaam jagen. Allemaal simpele klusjes, maar zogauw er een beetje tijdsdruk op zit lukt het me gewoon niet.
Wat zou het tegenovergestelde zijn van multi-tasken? Singletasken?

Na mijn vorige blog ben ik begonnen in een boek van Manu Keirse over rouwen. Rouwarbeid noemt hij het, ofwel hard werken. Ik lees wat hij schrijft over hoe met verdriet om te gaan. Citaat:”Er is geen weg om de pijn heen, de enige weg naar verwerken is recht door de pijn heen te gaan”. Hij geeft ook suggesties om dat zo goed mogelijk te doen en veel daarvan blijken wij ook inderdaad zo gedaan te hebben rondom het afscheid van Jan.
Zijn wij per ongeluk goed bezig.

maandag 25 februari 2013

goed?

Vandaag mocht ik weer eens naar de psycholoog. Uurtje kletsen waarbij in je hersens toch stiekem dingen op een rijtje gezet worden. Voor mijn gevoel zat ik er de helft van de tijd te huilen. Toch is haar conclusie dat ik het goed doe. Ik zet de goeie stappen om de buitenwereld weer toe te laten. Ik laat geen drempels groeien door dingen te vermijden. En ik sluit mijn emoties niet op, de tranen mogen er aan alle kanten uit. Ik weet wat pijn doet, foto’s kijken, muziek van de crematie draaien, alleen naar een verjaardag gaan, en toch doe ik het. Als ik het n.l. niet doe en hier in een hoekje van de kamer blijf zitten doet het nog veel meer pijn.

Voor mijn gevoel is er dus geen sprake van  “het goed doen”. Ik laat de dingen op mij af komen en vlucht nergens voor weg. Niet omdat dat zo goed is, maar gewoon omdat ik me daar het beste bij voel.
Als ik nu terug kijk zie ik wel dat er keuzes zijn geweest die we gemaakt hebben, en dat dat de goede keuzes waren. Jan is tot op de dag van de uitvaart bij ons thuis gebleven en dat was heel goed. We hebben zelf gesproken tijdens zijn afscheiddienst en dat voelde ook heel goed. We hebben bezoektijden ingesteld en daarnaast nog wat losse afspraken gemaakt met mensen om het bezoek wat te doseren en ook dat pakte achteraf gezien prima uit.
Eigenlijk doen we gewoon wat we altijd al gedaan hebben, ons best.

Mijn emoties variëren nog steeds per dag, per uur, per minuut. Iemand die mij via mail ofzo vraagt hoe het gaat krijgt geen antwoord. Dat kan ik niet in een mailtje samenvatten, ik kan het zo al zo moeilijk verwoorden. In ieder geval wiebel ik nog stevig. Mijn hersens zijn druk bezig zich weer op andere dingen te focussen, maar dat valt nog niet mee, na ruim 3 jaar voornamelijk in de zorgen-om-en-voor-Jan-stand.

Vandaag had ik bezoek van iemand van mijn school. Het was een prettig gesprek en ze bracht leuke dingen mee. De kinderen van de school hadden tekeningen gemaakt en versjes. Er zaten schattige stukjes bij, ook van kindjes die net het schrijven onder de knie hebben: “niethiumaarlagen” schreef er een in z’n beste aanelkaarletters. Goeie tip!
Vandaag heb ik ook pasfoto’s laten maken want ik moet maar eens eindelijk mijn verlopen paspoort gaan verlengen. (Het was al in 2011 verlopen, maar we konden toch niet naar het buitenland, dus dat maakte niet uit.) Ze vielen nog best mee, ik had kennelijk een goed moment op de dag gekozen, want als ik in de spiegel kijk zie ik toch vaak een andere Wil dan op die foto’s. Je wordt namelijk niet jonger of knapper van al dat huilen…

Al het regelwerk begint een beetje op gang te komen. De brieven vallen nu niet meer in stapeltjes tegelijk op de mat, gelukkig. Ik ben nog niet aan het werk, vul mijn dagen met zo goed mogelijk slapen en verder op mijn gemak wat aanrommelen. Iedere dag is er wel wat aanloop of ik ga zelf ergens heen, ik zit niet de hele dag alleen thuis dus, maar vlucht ook niet voor de stilte. Net als ik denk: wat moet ik nou eigenlijk morgen of overmorgen gaan doen gaat er iedere keer nog wel een telefoontje van iemand die op bezoek wil komen; goed getimed. En zo laat ik het leven van dit moment maar over me heen komen. Of ik dat goed doe maakt me niet zoveel uit, het gaat toch zoals het gaat.

zondag 24 februari 2013

vier weken

Gisteravond was het precies vier weken geleden dat Jan overleden is. Vier weken, het lijkt soms al een eeuwigheid, en soms voelt het als gisteren. Tijd genoeg om nog eens terug te kijken.
Tot mijn verbazing besef ik dat we de week ná Jan z’n overlijden veel grapjes maakten en veel gelachen hebben. Ook veel gehuild hoor. Maar nu vind ik het toch allemaal een stuk minder grappig. Het besef van nooit meer komt met hele kleine stukjes binnen. De pijn die daarmee gepaard gaat komt niet in kleine stukjes. Met het besef dat langzaam groter wordt, wordt het verdriet zeker niet kleiner.
Nooit meer een aai over zijn kriebelbaard. Onbegrijpelijk. Onvoorstelbaar. Nooit meer hand in hand.

Nog één week en we mogen Jan weer ophalen. Tenminste, wat er van over is. De markante man met humor, zoals hij in vele stukjes getypeerd werd, de medisch moeilijke maar interessante man, zoals ze hem in het Erasmus noemden, is gereduceerd tot een hoopje as.
Precies op zijn verjaardag, 2 maart, komt dat hoopje as naar huis. Nog iets voor bij op het tafeltje met foto’s, kaarsen, brilletje en telefoon. En ik wil helemaal geen hoopje as, ik wil gewoon mijn Jan!
Ik kan ook geen weg vinden tussen mijn huis en ons huis, onze meiden en mijn meiden, wij hebben of ik heb, wij gaan of ik ga. In mijn hoofd is nog niet alles op z’n plek gevallen.

We proberen toch ook weer vooruit te kijken, mijn dappere meiden en ik. We maken al wat plannetjes om leuke dingen te gaan doen, omdat we dat nodig hebben, ik in ieder geval wel, om me aan vast te houden.
Toen Jan nog bij ons was maakten we ook nog zo lang mogelijk plannen voor leuke dingen. Met een donker randje er omheen, zeiden we toen. Voor mijn gevoel zit er nu een dikke zwarte balk omheen.



donderdag 21 februari 2013

10 minuten

Boodschappen doen, 2 ons boontjes….. au!
Ik besluit ze op te eten met een frietje stoofvlees want daar heb ik zin in. Nog voor ik thuis ben met de friet heb ik al spijt want ik zie het ineens haarscherp voor me: een paar weken geleden haalde ik ook friet, voor een dochter en mezelf. Jan at nog maar minihapjes maar zat voor de gezelligheid wel tegenover me aan tafel. In zijn pyjama en met z’n haar rechtovereind. Af en toe reikte ik hem een frietje met stoofvlees aan. Ik was blij dat hij zo nog wat binnenkreeg en blij dat hij van die paar frietjes genoot.
Wat zou ik er voor over hebben als ik zo nog eens mijn friet met hem kon delen. 10 minuten per dag en ik zou al zó blij zijn.

Gisteren moest ik bloed laten prikken vanwege mijn diabetes en ik denk aan al die keren dat Jan dat moest. En aan de mega-blauwe plekken die hij er door kreeg. Overal behalve in het Erasmus MC moest hij discussie voeren met degene die hem prikte. Vanwege veel te weinig trombocyten had hij grote kans op nabloedingen en dus wilde hij altijd een strak verbandje in plaats van een pleister.
Ik vind het maar niks in het hokje van de prikdienst en zeg dat ook meteen.

Thuisgekomen bel ik met de assistente van mijn huisarts. De hypotheekverstrekker wil een verklaring van de arts die de dood van Jan heeft vastgesteld, maar dat was een arts van de huisartsenpost. (en toen die kwam was ik in discussie met de uitvaartondernemer, een discussie die anderhalf uur duurde) De assistente weet niet zeker of ze de goede arts weet, dus adviseert ze me te bellen naar de huisartsenpost. Doe ik. Die zijn er dus niet overdag. Dus ik bel naar het centrale kantoor. Daar moet eerst overlegd worden of deze informatie gegeven mag worden en ze zullen me ’s middags terugbellen. Niet dus.
Maar geen nood: ’s avonds is de huisartsenpost wél open en ik bel hen en ik krijg de informatie die ik vraag. Eerst wordt Jan z’n geboortedatum gevraagd. Oei, zo jong nog, klinkt het aan de andere kant.
De volgende ochtend word ik gebeld door iemand van het centrale kantoor van de huisartsenpost. Zij snapt niet waarom ik met dit soort vragen lastig gevallen word. Ik ook niet, dus ik geef  haar het telefoonnummer van de hypotheekbank. Ze belt meteen, want nog geen tien minuten later wordt ik door de hypotheekverstrekker gebeld. Ik hoef me niet ongerust te maken zegt die. Dus ik leg uit dat ik dat helemaal niet doe. En ik vertel hem ook nog even dat ze beter kunnen vragen naar de naam van de eigen huisarts op dat formulier. Die weet n.l. iedereen zo te vertellen en daar kan ook de nodige informatie gehaald worden. Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Ja, zegt hij dan, gevolgd door weer een stilte. Ik hoor hem denken, verrek, die vrouw heeft gewoon gelijk. En hij biedt zijn excuses aan. Das mooi, nou nog even die formulieren aanpassen beste hypotheekmeneer.

Met de uitvaartverzorger heb ik nog een appeltje te schillen, eigenlijk wel een hele fruitschaal. De meeste punten die misgingen hebben vooral met communicatie te maken, en met empathie. Volgens mij moeten beide optimaal zijn als je in die branche gaat werken. Dinsdag komt er iemand hierheen, eens kijken hoe ze dit gaan oppakken…
En morgen mag ik naar de bank waar Jan een rekening had, ik hoef mij niet te vervelen. Gelukkig gaat er een dochter mee, want aan mijn zeefje heb je nog niet zo veel.

maandag 18 februari 2013

Wiebelig

“Hoe gaat het?”  De meest gestelde vraag op dit moment. En ik weet het antwoord niet.
Verstandelijk kan ik dingen wel beredeneren, maar de rest van mij werkt daar niet aan mee.
Ik snap het gewoon niet.
Als ik foto’s kijk van 2 maanden geleden dan zit Jan naast me op de bank. En nu? Waar is hij nu dan?
Ik voel me vooral wiebelig. Onrustig en letterlijk en figuurlijk wiebelig. Met de flexibiliteit van een plank. Vanmiddag zou er iemand op bezoek komen. Toen ze meer dan een uur na de afgesproken tijd er nog niet was en eindelijk op mijn smsje reageerde bleek dat zij een andere datum in haar agenda had staan…  Ik maak alleen nog maar afspraken met de agenda in mijn hand want ik weet dat ik daar nu niet goed in ben, dus ik weet zeker dat het niet aan mij lag. Ik merk dat ik dit soort situaties nu niet goed kan hebben.
Op mijn tablet heb ik een relax-app. Die heb ik vanmiddag na lange tijd maar weer eens aangezet. Ik wordt dan 10 minuten toegesproken door een rustige stem, die zijn kalmte op mij probeert over te brengen. Binnen 3 seconden rolden de tranen over mijn wangen.
Slapen gaat soms goed en soms is het gewoon een ramp. Als ik iets te veel in de piekerstand schiet dan kan ik gerust uren wakker liggen, of ik nou wel of geen slaappil op heb.
En er zijn zo ontzettend veel stomme regeldingen waar ik helemaal geen zin in heb maar die gewoon moeten:
Belastingdienst, minimaal 6 brieven al gehad sinds 26 januari.  Pensioenfonds van Jan idem. De ziektekostenverzekering eist achterstallig geld en het kost de nodige mailtjes en hulp van AlleeWonen voor alles geregeld is. De parkeerkaartmeneer zeurt dat die kaart niet ongeldig gemaakt kan worden en dus echt terug moet. (Ik heb gezegd dat ik hem niet kan vinden, maar dat zal wel geen oplossing zijn…) GroenLinks heb ik via een automatisch formulier op hun site verzocht Jan z’n naam uit hun systeem te halen en uitgelegd waarom. Krijg ik als reactie: Wat jammer dat je je lidmaatschap opzegt, mocht je je nog bedenken….
Ik moet een afspraak maken om de as van Jan op te halen. Ik moet de bankrekening van Jan omzetten en daarvoor heb ik een afspraak bij de bank. Mijn dochters hebben mij leren internetbankieren op Jan z’n rekening, heel anders dan die van mij. De uitkering van Jan bij het UWV moet stopgezet. Ik moet een eenmalige nabestaandenuitkering aanvragen. De verzekeringen en de hypotheekbank heb ik moeten informeren. Die laatste zal nog wel e.e.a. van me nodig hebben. Ik krijg brieven van CAK, SPW, SVB en nog een paar andere afkortingen. Ik vergeet al weken mijn urenbrief voor het werk in te vullen. Ik verstuur bedankjes aan de mensen die gesproken hebben tijdens de dienst.
En, het minst belangrijk, maar je weet maar nooit: de Postcodeloterij moet op mijn naam komen. Stel dat ze een miljoen komen brengen dan wil ik toch echt wel een eigen kindertehuis kunnen beginnen ofzo.

Daar tussendoor wandel ik met lieve mensen in het bos, krijg ik bezoek, en ga ik ook zelf al op bezoek. Mezelf hier thuis opsluiten lijkt me niet zo’n goed idee. Ga ik me vast niet beter van voelen. Mijn dochters proberen in hun vrije tijd veel bij mij te zijn en gezellige dingen te doen. Triviant van me winnen bijvoorbeeld. Of lunchen na een boswandeling. Ze zijn zo lief dat ik Jan alleen nog maar meer mis.
Ik wiebel en ik vraag me af of ik me ooit nog normaal zal voelen.

donderdag 14 februari 2013

Valentijnsdag


 Shit zeg!!


Albert zei tijdens de afscheidsdienst van Jan: “Die twee vierden heel het jaar door Valentijnsdag!”
Ik denk dat hij wel beter weet.

Vicky ( 4 jaar) mocht een kaars aansteken bij het begin van de dienst. Ze had dus Jan z’n  kist eens goed kunnen bekijken. Het schijnt dat ze gezegd heeft: “Hadden we nu maar een zaag meegenomen, dan konden we de kist openzagen en Jan eruit halen”.
Dat ik daar nou niet op gekomen ben…

Ik ben vandaag weer heel braaf geweest, na de nodige tips en hulp van mijn broer heb ik zo ongeveer de hele middag besteed aan het mailen en bellen met instanties, invullen van papieren, alles netjes kopiëren en, zoals Jan dat ook altijd deed, ieder belangrijk papier apart in een plastic hoesje in een ordner stoppen. Jan zou trots op me zijn. En als AlleeWonen failliet gaat, dan weet ik waardoor; in iedere stapel vind ik een berg van die plastic hoesjes…


woensdag 13 februari 2013

woensdag 13-02

De Thebe wil nog iets van ons weten; “Uw dochter zei gisteren aan de telefoon dat het bed al opgehaald is op 27 januari, maar dat is op een zondag??”
Dus leg ik ze braaf uit dat dat inderdaad op een zondag was omdat we van dat bed af wilden. En dat het me verbaast dat ze bellen want dat was gisteren ook al uitgelegd. De mevrouw aan de andere kant legt uit dat het dus een “spoedje” was en dat die er in de administratie wel eens tussen door glippen. Ben benieuwd of ik die smoes bij instanties ook kan gaan gebruiken…

Op het moment dat ik net goed bezig ben met het doorworstelen van stapels papieren word ik weer keihard in mijn maag gestompt. De post: een brief van het crematorium over de asbestemming. Ik moet binnen een maand laten weten wat ik wil en kan volgens de brief kiezen uit 4 opties. Ik weet meteen wat ik wil: weer in elkaar zetten, tot leven wekken en dan vlug naar huis sturen, want zijn vrouw kan hem niet missen!    Die staat er niet bij…
En een brief van de gemeente, of ik even wil zorgen dat Jan z’n gehandicaptenparkeerkaart binnen drie weken teruggestuurd wordt.
Dan ben ik meteen terug in de zomervakantie op dat weiland waar we moesten parkeren, waar was dat toch ook al weer?   “Cor”, klonk er keihard en wildgebarend riep de man weer: ”Cor, een gehandicapte, een gehandicapte Cor”.

Als ons deze ramp niet overkomen was zou ik nu met Jan op een van onze geliefde plekjes in het bos wandelen en genieten van de iele winterzon. In plaats daarvan zoek ik nu die godverdommese parkeerkaart!    Na lang zoeken heb ik hem gevonden. Hij zat al in de bewaartrommel.
Toen Jan z’n moeder overleed heb ik een mooie oude broodtrommel uit haar inboedel gekozen en daar stop ik nu herinneringen in. Daar had ik die kaart al in gedaan en dat was ik natuurlijk meteen weer vergeten….
Het is niet te hopen dat er veel instanties komen die mij mijn herinneringen willen afpakken.


dinsdag 12 februari 2013

geheugen

Mijn geheugen is met Jan mee gegaan.  Als ik je vergeet te bedanken voor jouw mooie kaart, je lieve gedicht, de reactie op mijn blog, voor je mooie bloemen etc.  weet dan dat het aan het gat in mijn geheugen ligt. Maar dat ik wel alles gezien en gehoord heb en alles als een cadeautje ervaren heb.

Dinsdag 12 -02
Het lijkt wel alsof er af en toe een mistvlaag optrekt en dan is er een heel klein stukje besef van nooit meer… en dat voelt niet als een verbetering.
Soms gaat het even goed, als ik druk bezig ben bijvoorbeeld. En soms is het helemaal niks. Maar ik wil niet de hele dag alleen maar druk bezig zijn, en sowieso ben ik dan steeds net een kip zonder kop. Ik spreek mezelf toe dat het beter wordt, nou nog gaan geloven…
(Tim Overdiek schreef het vóór in het boek dat ik kreeg: “Het wordt straks weer beter, echt waar”. Zou hij het wél geloven?)
En ik spreek een dochter toe: “Je mag komen zo vaak je maar wilt, maar het moet niet. Ik moet er aan wennen alleen te zijn en jij moet er aan wennen iets leuks met anderen te gaan doen terwijl ik misschien wel alleen ben”.
Dat is de harde waarheid waar we nu in zitten. Ik wil ook niet alleen maar weg zijn, op pad, op zoek naar… Ik wil graag de rust in mijn eigen huis en vooral in mezelf terugvinden. Bovendien is mijn energielevel zó laag. De eerste week na Jan z’n dood ging in een roes. De tweede week kwam de vermoeidheid pas tevoorschijn. Vermoeidheid van jaren onder hoogspanning, alleen maar zorgen om en zorgen voor. Nu, in de derde week, komen er allerlei regeldingen op mij af, ik schrijf alles 3 keer op om niks verkeerd te doen. Maar meteen komt dan ook de onnozelheid van veel instanties om de hoek: een brief van de Thebe bijvoorbeeld; het geleende bed moet terug voor begin mei. Het bed IS al lang opgehaald!
Gelukkig komt mijn broer morgen, dan gaan we samen de opgestapelde post van 3 weken wegwerken, formulieren invullen, instanties benaderen. Allemaal dingen waar ik niet op zit te wachten, maar die wel moeten.

Als ik teruglees vind ik het een blogstukje van niks! Past dus uitstekend bij de situatie waar ik nu in zit.

maandag 11 februari 2013

Monty Python

Monty Python

In de week tussen Jan z’n overlijden en zijn afscheid waren de situaties hier thuis soms zo vreemd dat ik er toch even over moet schrijven. Soms had ik het gevoel dat we in een film van Monty Python zaten, in een slechte versie wel te verstaan.
Op woensdag (denk ik, zeefje) ging de vaatwasser kapot. Die was oud en pas kapot geweest dus ik belde meteen iemand om een nieuwe te komen plaatsen. Ik vroeg nog netjes of het deurtje er dan op gemonteerd kon worden, want anders past het niet bij de rest van de keuken. Jan hoor, dat kon. De meneer en de vaatwasser zouden de volgende dag komen, om 13.00 uur. Tussen alle bezoektijden door moest dat net lukken. Donderdag tegen 13.30 was er nog niemand te zien en om 14.00 zou er al weer bezoek komen. Dus ik gebeld. Zegt de goeie man dat hij er aan komt, en dat hij wat verlaat is omdat hij de hele nacht in het ziekenhuis bij zijn zieke schoonvader heeft moeten waken. Toen de nieuwe vaatwasser eenmaal gearriveerd was bleek het deurtje er toch niet op te passen, nieuw model, ander formaat. En ik had het nog gevraagd… Maar geen nood, de monteur zou wel even proberen de oude aan de praat te krijgen zodat we alle koffiekopjes van het bezoek toch weer konden verwerken. Dat lukte niet, maar gaf wel een fraai beeld. Het bezoek was er al en vanaf de plek waar ik zat zag ik aan de ene kant de benen van Jan die in de huiskamer opgebaard lag. Aan de andere kant zag ik de benen van de monteur die voor mijn vaatwasser lag….
Na wat gezwoeg bleek ook plan B niet te lukken, dus toen kwam plan C. Er stond nog een oude kapotte vaatwasser bij de leverancier, die kon gerepareerd en voorlopig bij mij geplaatst. Dan zou ik later op mijn gemak een nieuw, wel passend model uit kunnen zoeken. Oké, plan C dus. En kon dat dan ook tussen al het bezoek door? Ja hoor, dat kon. Aan het einde van de middag, wij zaten aan tafel pannenkoeken te eten (had ik n.l. ineens zin in), de benen van de vaatwasmachinereparateur lagen weer achter mij in de keuken waar ook nog een dochter te bakken stond. De leenmachine werd geplaatst. Het klusje was bijna geklaard toen de telefoon van de monteur ging. Ja, ik kom er aan, was het enige wat hij zei. Wij zijn er van overtuigd dat hij op dat moment gebeld werd dat zijn schoonvader overleden was. Ik verzin het niet.


zondag 10 februari 2013

zaterdag 9 februari 5.30 uur.

Ik word wakker en steek m’n hand uit naar links. Niks.
Een bijna lege bedhelft met een wekker, leesbril en een tijdschrift. Jan z’n bedhelft is gedegradeerd tot een royaal nachtkastje.

Vrijdag ben ik naar mijn psycholoog geweest, stof genoeg om over te praten. Aan het eind van het gesprek zegt ze: maar je doet het goed Wil, je doet het echt goed, dat moet je van me aannemen. Ze ziet dat ik moet huilen van haar compliment en zegt: Maar je koopt er niks voor hé?  Ze heeft goed geluisterd.

Er komt bijna  dagelijks post voor Jan, de eerste twee al een week na zijn overlijden. Eentje van de CZ, dat de polis is gewijzigd in verband met ….  De andere is zo bizar dat ik er om moet glimlachen, dhr. J.C.J. van Wanrooij heeft een beker Ben&Jerry’s ijs gewonnen in de postcodeloterij…
De eerste kraai is ook al gesignaleerd, een steenhouwersbedrijf biedt haar diensten aan, heel subtiel!

Ik ben deze week niet één dag helemaal alleen geweest, mijn meiden zijn er soms en lieve mensen komen bij me op bezoek. Dat is fijn.
Ik ken diverse vrouwen die het niet zo getroffen hebben met de vaders van hun kinderen. Een ervan was hier deze week en we keken in het prachtige fotoboek dat Pim en Meryam me gaven na afloop van de afscheidsdienst van Jan. En ik vertelde over de opmerking “papa staat op de plank”. Deze superlieve moeder zei iets moois: ”Jouw kinderen hebben wel 25/ 26 jaar mooie herinneringen aan hun lieve papa!”       Jan zei zelf ook ooit zo iets toen we naar “over mijn lijk” keken en een vader met kanker zagen met zijn kleine peutertje. Jan zei: ”Ik heb in ieder geval wel 26 jaar van mijn dochters kunnen genieten”.

Ik leef een beetje van hot naar haar, doe iets, zie onderweg iets liggen, ben meteen afgeleid en ga wat anders doen. In gesprekken weet ik soms ineens niet meer waar ik was. Mijn zeefje ben ik nu ook kwijt, gelukkig ligt er altijd pen en papier binnen handbereik. Ik heb maanden geen boek gelezen, kon me niet concentreren. Nu lees ik het boek van Tim Overdiek, Tranen van liefde. Ik kreeg het van Lowie en Yvonne, het is een prachtig boek, zo anders en toch zo herkenbaar. Maar ook dan lees ik een bladzijde en zet de verwarming hoger, nog een stukje en ik steek een kaars aan. Weer een paar bladzijden en ik ga thee zetten. Zitten en rust vinden is nog geen optie.

In mijn KiKablogje schreef ik op het eind iets over een appeltje wat ik te schillen heb met de uitvaartondernemer en daar werd op gereageerd. Dus ik heb dat stukje er weer afgehaald, want het ging om KiKa en om het mooie bedrag wat door Jan binnengekomen is. Over de rest schrijf ik later nog wel eens.

KiKa

Vrijdag kwam de brief van KiKa. De collectebussen die in het crematorium stonden waren ongeopend naar hen gestuurd en nu hoorden we het bedrag wat er in zat.
1219,37 euro! Dat vinden wij een prachtig bedrag en dat zou Jan zeker ook vinden.
Ik citeer uit de brief:
“Wij hebben het prachtige bedrag van 1219.37 mogen tellen. Daarvoor willen we u graag heel hartelijk bedanken. We zullen uiteraard zorgvuldig met deze donatie omgaan en ervoor zorgen dat de gift ten goed komt aan de zo belangrijke onderzoeken naar kinderkanker.
Wij vinden het heel bijzonder dat bij het overlijden van Jan van Wanrooij aan KiKa is gedacht. Het getuigt ons inziens van een enorme sociale en maatschappelijke betrokkenheid, ook bij familie, vrienden en kennissen, om in zo een moeilijke periode toch aan een ander te denken”.
En zo is dat. Toen wij lang geleden samen bespraken of Jan een kist vol bloemen wilden of liever geld voor een goed doel kwamen er twee doelen naar voren, uiteraard het KWF en KiKa.
Jan heeft duidelijke voorkeur voor KiKa uitgesproken, om redenen die voor ons allebei gelden. We hebben voldoende gehoord en gezien van kinderen met kanker om te beseffen hoe ongelooflijk zwaar zij het hebben. En dan vinden wij een kind met kanker erger dan een volwassenen met kanker. Die kan nog een beetje begrijpen wat er gebeurt en waarom al die nare dingen nodig zijn. Dan hebben we het niet over volwassenen of kinderen die overlijden aan kanker, want daar maken we uiteraard geen onderscheid in. Verdriet moet je niet meten om te vergelijken. Iedere vergelijking loopt mank.

Wij hopen dat het KiKa lukt om door onderzoek naar specifieke kinderkanker de kansen op verbetering van behandeling en genezing te vergroten.
Ik heb het enkele weken voor Jan overleed nog eens goed aan hem gevraagd; wil je nou het KWF of KiKa?   KiKa zei hij. Bij deze dus.
 

donderdag 7 februari 2013

Papa staat op de plank

Een dochter was dinsdagavond bij mij. We spraken over de mooie en lieve kaarten die ze van vriendinnen, familie en collega’s heeft gehad en dat ze die allemaal bij elkaar op een tafeltje had staan. “En de foto?” vroeg ik. “Papa staat op de plank”, zei ze. Het sneed door me heen. 25 jaar en papa is verworden tot een foto op een plank.

Ik voel mij als het beeld van Zadkine in Rotterdam; een groot gat waar mijn hart zat, de armen in wanhoop omhoog.
Ik snap het niet. We hebben zo ons best gedaan. Jan is altijd naar alle ziekenhuisafspraken gegaan, en ik met hem, en heeft alle onderzoeken ondergaan. Nare behandelingen doorstond hij zonder klagen. Spoot zichzelf 5 keer per dag, wel een miljoen keer voor mijn gevoel. Hij was altijd heel precies met zijn medicijnen. Als er een KankerKetting voor volwassenen zou bestaan….
We hebben jaren onder hoogspanning geleefd, ik heb Jan verzorgd als een Florence Nightingale, bewaakt als een pitbull. We hebben zoveel doorstaan en steeds samen weer opgekrabbeld. Ons leven stond jaren in het teken van Jan z’n ziektes. Dus ook onze vakanties, mijn werktijden, waar we heen gingen, wat we aten etc.etc. Maar waarom dan?
Maar waarom dan? Waarom “staat papa op de plank”? Waarom is Jan bij mij nog een tafeltje met foto’s, kaarsen, bloemen, z’n brilletje en z’n met plakband aan elkaar hangende telefoon?

Mijn verstand weet wel dat er geen antwoord is op deze vragen, maar mijn hart kan het niet bevatten.

dinsdag 5 februari 2013

bloemen

Jan was niet zo van de bloemen, dacht er ook niet zo heel vaak aan dat je die voor je vrouw wel eens mee kunt nemen. Het duurde ook best lang voor hij wist wat hyacinten zijn en dat hij die dus niet moest nemen omdat ik daar allergisch voor ben.
Dus als we samen zijn afscheid bespraken kwam het onderdeel bloemen niet aan de orde. Dat maakt me niks uit, ik ben er dan toch niet meer, zei hij over dat soort dingen.
Wij wilden wel graag bloemen. En een mooie kist. Geen geplastificeerde, gefineerde, met toeters en bellen. Gewoon een glad houten onbewerkte kist. Met bloemen.

Een traditioneel bloemstuk of een krans paste helemaal niet bij Jan. Het werd een knoestige oude stronk met mos, en daarop bloemen zoals iris, blauwe druifjes, viooltjes en lelietjes van dalen. Met daartussen 5 witte houten hartjes. Van ons.
Het stuk dat wij voor ogen hadden kon vast niet zomaar bij de eerste de beste bloemist gemaakt worden. Daarom kozen we voor AMBIANZE van Pascal in Kaatsheuvel. Pascal zelf was helaas ziek, ik had graag gezien dat hij het stuk maakte, want zijn vader, die ook te jong overleden is, heeft mijn Jan gekend. Maar Marlies, die het dus moest overnemen, deed het zo goed! We hebben anderhalf uur met haar gesproken om uit te leggen wat we precies wilden. Wij vinden het resultaat prachtig!
Na afloop van de dienst hebben we het van de kist gehaald en mee naar huis genomen, ’t ligt nu hier op tafel. Ik wilde zo graag iets tastbaars mee naar huis. De knoestige oude stronk is misschien het enige wat er van zal overblijven, altijd beter dan niks.

Overigens waren er meer bloemen, van mijn broer, mijn zus, en een schattig mooi minibosje van lieve mensen en een mooie Vanda namens Guusje. En een prachtig bloemstuk namens de collega’s van AlleeWonen. De meeste zijn met Jan meegegaan. Het bloemstuk ligt nu op het graf van de ouders van Jan.

huilen

Als ik opsta moet ik huilen,
Als ik naar bed ga moet ik huilen,
En daartussen in….
Als ik ’s nachts na een paar uur slapen klaarwakker ben moet ik huilen.
Het doet zo’n pijn.
Als ik z’n voicemail hoor moet ik huilen.
Als ik naar z’n laatste foto’s kijk moet ik huilen,
Die angst en wanhoop in zijn ogen.
Alles wat ik zie in huis heeft een verhaal,
Alles wat ik aanraak een herinnering.
Z’n laatste pyjamajasje, een foto van lang geleden.
De laatste dingen die hij nog at, een stukje worstenbrood, (5 halen 4 betalen knalt het in de winkel tegemoet) een minislaatje, een paar druiven.
Ik zal nooit meer druiven kunnen eten zonder aan Jan te denken.
Als ik de muziek van zaterdag aanzet moet ik huilen, als ik die muziek niet aanzet is de stilte oorverdovend.
Kom nu maar weer terug Jan, ik vind er niks meer aan zonder jou.

Gisteren ben ik maar meteen een grote meid geweest, naar de apotheek gegaan met een grote tas overtollige medicijnen waar ik op de zwarte markt vast nog een leuk bedragje voor had kunnen krijgen. En naar de supermarkt. Daar stond ik onbeschaamd nieuwsgierige vragen te beantwoorden van verre kennissen. En ik dacht braaf: ze zal het vast goed bedoelen.
De verwarming is zondagnacht op hol geslagen, dus er moet een mannetje komen om een onderdeel te vervangen. Het weerstation piepte midden in de nacht. Vraag me af of het plagerijen van Jan zijn, samen met de kapotte vaatwasser en het haperende toetsenbord van vorige week. Maar er wordt ook over me gewaakt: Toen ik boodschappen ging doen was ik vergeten het kaarsje uit te blazen dat bij Jan z’n foto’s staat en toen ik terug kwam was het uit. Niet op, ik kon het gewoon weer aansteken. Eigenlijk geloof ik daar helemaal niks van, maar ik wil het wél graag geloven. Het idee dat hij nog in de buurt is, meer dan alleen in mijn hart.

Mijn dochters hadden ook nog een mooie Jan-plagerij voor me: We hebben een lijstje voor je gemaakt mam: maandag ga je bij die eten, dinsdag bij die, woensdag….  En ze noemden allemaal mensen waarvan wij weten dat ze alleen een blik opentrekken, de frietpan aanzetten of waarbij ik zeker niet aan tafel wil zitten. Schatjes.
Toen ik het fototoestel wilde opruimen kreeg ik ruzie met de la. Die wilde niet goed dicht. Daarom trok ik de la eronder open en vond een foto van Jan. Uit het allereerste begin, compleet met leren jas. Zo zag hij eruit toen ik verliefd op hem werd en ik wist meteen weer waarom.


zondag 3 februari 2013

tja

Geen idee wat je nou in een blog zou kunnen schrijven op de dag na het afscheid van je maatje.
Behalve dan natuurlijk dat ik iedereen die er bij was graag wil laten weten dat we dat heel erg waarderen! Zoveel mensen die ons verdriet willen delen. En ook zoveel jonge mensen en kinderen, (de jongste was 4 maanden) waarvan er een aantal ook een dierbare verloren hebben. Heel lief en heel dapper!  Jammer ook dat Jan zelf niet op de eerste rij mocht zitten om alles mee te beleven. Hij had genoten.
Bij het binnenkomen van de aula werd FLY gedraaid, uit de film Intouchables, de laatste film die Jan en ik samen zagen zonder dat we de bioscoop uitmoesten omdat Jan misselijk werd. Ik koos dit nummer op ’t laatste moment vanwege de toepasselijke titel en vanwege de prachtige pianomuziek. De muziek stond helaas een beetje zacht, maar als je het nog eens beluistert (YouTube) kun je heel goed horen dat op ’t eind de muziek verandert, die wordt bizar en chaotisch. Symbolischer voor Jan z’n einde had ik me toen nog niet kunnen voorstellen.
Aan het eind van de dienst heb ik zelf iets gezegd, de tekst heb ik hieronder geplaatst.
Gelukkig hebben mijn dochters al bewezen dat Jan z’n humor ook echt in hen voortleeft: “Nou mam, morgen komt de pedicure, dinsdag de huisarts en woensdag de man die de watermeter komt vervangen, dus voorlopig heb je iedere dag nog wel even aanspraak.”
------------------- 
Hier staan we dan, dit is het moment waar we zolang tegenop zagen, en ons verdriet is te groot voor woorden. Alles wat hier vandaag gezegd kan worden is eigenlijk te weinig, ons verdriet is niet met woorden te omschrijven.
Vaak hadden we het samen al over deze dag, al toen je nog op de wachtlijst stond omdat we nog op een levertransplantatie hoopten. Het boekje dat we hiervoor invulden dateert uit oktober 2010  We kozen samen de muziek en ik vertelde je toen al dat mijn verdriet te groot zou zijn voor woorden. Ook de foto van jouw kaart hebben we al heel lang, hij is gemaakt toen we in de herfstvakantie van 2011 op de Veluwe waren. We hadden het erover samen, maar we hadden geen idee waar we het over hadden, we konden er ons geen voorstelling van maken. En we wilden het ook niet.

Wat waren we bang, boos en verdrietig toen we hoorden dat er voor jou geen kans meer was, dat we niet samen oud zouden worden. Wat een schril contrast met het geluk wat we voelden toen we elkaar leerden kennen, bijna 30 jaar geleden,
En wat een enorm contrast met het geluk dat we kenden toen we onze meiden kregen. Toen jij vader was geworden heb je de hele terugweg in de auto vanaf het ziekenhuis zitten zingen van geluk. En toen je wéér vader werd brak je de lamellen van het raam van de verloskamer af van de zenuwen.
Ze lijken op jou Jan, ze zullen me altijd aan jou herinneren, met hun onhandigheid, hun bruine ogen, het getraind lichaam waar je “hilt jaar plezier van het” en dyslexie, maar ook met hun humor en maatschappelijk betrokkenheid, organisatietalent, behulpzaamheid en hun grote hart. [Wat hebben zij mij er doorheen gesleept de afgelopen periode]
Je was een super-betrokken vader, je was een van de eerste mannen in Kaatsheuvel die achter de kinderwagen wandelde. Je had al een papadag vóór iemand dat begrip kende.

Twee dingen springen eruit als ik me afvraag waar ik in eerste instantie op viel: jouw lieve bruine ogen én natuurlijk jouw humor. Diezelfde humor was af en toe voor mij ook tenenkrommend. Dan flapte je er weer eens iets uit en dan hoopte ik maar dat degene waar je mee sprak begreep dat het een grapje van je was, want eigenlijk kon het echt niet wat je soms zei. Maar toch zal het diezelfde humor zijn die iedereen die jouw gekend heeft zal herkennen.
Dan vertelde je dat je een heel goed nieuw dieet had, het ananas dieet. Dat liet je even bezinken en dan voegde je er aan toe: Dan mag je alles eten, behalve ananas.
En als er veel kinderen op een verjaardagsfeestje bij ons waren vertelde je ze dat ze maar gauw naar de Maas moesten gaan bij ons in de wijk, want daar kwamen Bassie en Adriaan optreden.
En als je eens te laat op je werk kwam zei je: Ja, ik ben te laat, maar ik zal het wel compenseren hoor. Ik ga ook weer te vroeg weg.    En je kwam er nog mee weg ook, het werd gewoon van je geaccepteerd.

Het was niet altijd makkelijk om met jou samen te zijn Jan. Een mens wil nou eenmaal wel eens ruzie kunnen maken met degene die het dichtste bij is. Met jou kon dat niet, je raakte er van in paniek en zei precies wat je niet wilde zeggen en deed precies wat je beter niet kon doen.
Maar tegelijkertijd waren we samen een goed team, we regelden samen de leukste kinderfeestjes, een gezellige familiedag, we trokken samen ten strijde tegen de middelbare school die totaal geen begrip had voor de zwakke kanten van een dochter, en we hielpen onze dochters als ze wéér eens van kamer gingen wisselen..
Je regelde ook overal mannetjes voor, schilders, iemand voor de verwarming, mannetjes voor de tuin, en als er weer eens een dochter verhuisd moest worden, altijd kreeg jij het voor elkaar dat mensen ons te hulp schoten.
Ook toen je zelf niet veel meer kon.

We hebben geprobeerd om met de foto’s die hier getoond worden een beeld te geven van jouw leven. De meeste foto’s zijn in chronologische volgorde en dat geeft een vreemd beeld, op de ene foto lig je in het ziekenhuis en op de volgende stap je weer vrolijk rond. Toch was dát de werkelijkheid, na iedere tegenslag probeerde je met ons samen er weer bovenop te komen en weer vooruit te kijken, maar niet te ver…..
Ook toen de ziekenhuisopnames kort op elkaar volgden en ook als vakanties of weekendjes uitgesteld, afgezegd of onderbroken moesten worden vanwege jouw slechte gezondheid. We probeerde steeds weer opnieuw leuke dingen te plannen ook al kwam de lat iedere keer lager te liggen.

Het was extra zwaar voor je dat in die periode jouw moeder ziek werd en uiteindelijk in augustus overleden is, je probeerde er met jouw beperkte energie nog wel te zijn voor haar. En eigenlijk was je ook blij dat zij eerst ging, omdat je haar het verdriet van het verliezen van haar zoon wilde besparen.

De laatste maanden werden steeds moeilijker, je lag meer en meer in bed en ging alsmaar sneller achteruit.
Maar je wilde nog zo graag. Met de dingen die je altijd voor onze dochters regelde bleef je je tot het laatste toe bemoeien. Dan zat er een dochter huilend op je bed en dan vroeg jij of ze die brief van de CZ nou al gehad had. Je wilde nog zo graag hun papa zijn en mijn maatje.

Vanaf vandaag leef jij verder in mijn hart, en kijk jij mee door mijn ogen. Vanaf vandaag zal ik voor twéé mensen van onze kinderen houden, ik zal een moeder én een vader voor ze zijn en later een oma én een opa. Juist nu je er niet meer bent zul je altijd om mij heen zijn, dichterbij dan ooit.

Niet alle muziek van vandaag is door jou gekozen Jan, het nummer van Coldplay komt van mij. Daar staat één regel van op jouw rouwkaart; vrij vertaald: Niemand zei dat het makkelijk was, maar niemand heeft ooit gezegd dat het zó moeilijk zou zijn.


vrijdag 1 februari 2013

dragen

Meteen na het opstaan heb ik mijn tekst voor zaterdag weer geoefend. Hardop in de stille donker kamer, terwijl ik de hand van Jan vasthoud. Dat laatste zal helaas zaterdag niet kunnen.

Ik heb besloten dwars door het verdriet heen te gaan, ik ga niks uit de weg, kijk nu al foto’s, zet soms een stukje muziek aan. Op mijn telefoon heb ik een heel klein filmpje waarop Jan heerlijk zit te lachen. Op dat moment kietelde ik hem onder zijn voeten, maar dat zie je niet. Toen ik gisteravond als laatste hier beneden zat heb ik er naar gekeken. Prachtig.

We zijn vanaf Jan z’n overlijden aan een stuk door in de regelstand. We hebben veel tijd en energie besteed aan alles rondom de crematie, want we willen heel graag dat het een Jan-waardig afscheid wordt.
Maar wat worden we gedragen de afgelopen dagen. We krijgen zoveel lieve kaarten, smsjes, bloemen, en bezoek. En een prachtig stuk in het plaatselijke krantje. Heel mooi om te zien. Geheel in stijl van Jan zeggen we dan uiteindelijk:  Maar ge het er niks aan. Of:  Ge koopt er niks vor.  Waarmee we bedoelen dat Jan er niet door terugkomt.  En dat is natuurlijk zo, Jan komt niet terug, maar afgezien daarvan hebben we er zeker wel iets aan, we voelen ons gedragen. Mensen dragen een heel klein stukje verdriet voor ons mee.
2 mensen zijn ons in het bijzonder tot steun nu; Pim, die alle foto’s en muziek heeft gecombineerd en nu uitprobeert, en nog eens test en nog eens. Zelfs tot in het crematorium. Dat hadden we zelf in deze dagen nooit zo voor elkaar gekregen. En Willemien.    Willemien gaat de afscheidsdienst begeleiden. Ze heeft daar al met Jan en mij samen over gesproken en nu is ze daar al de hele week mee bezig. En ze doet dat met zoveel hartelijkheid, zoveel ervaring en vooral zoveel rust dat wij er alle vertrouwen in hebben dat zij er ons zaterdag helemaal doorheen gaat loodsen.

Natuurlijk trad de wet van Murphy ook onmiddellijk weer in werking, zo gaat dat bij ons.
Het toetsenbord van de computer stopte er mee en ik kon 2 dagen alleen met de muis en het schermtoetsenbord typen. Dan valt er weinig te bloggen, terwijl er wel heel veel te vertellen is. En daarna stopte de vaatwasser ook maar. Ik heb meteen de telefoon gepakt en een nieuwe besteld. (ik heb wel even de situatie uitgelegd; dat als die monteur vanmiddag komt en hij zegt: dag meneer van Wanrooij , hij maar niet moet verwachten dat die iets terug gaat zeggen.) Ik gok nu op de wasmachine of de tv.

Er zit deze week wel een rem op mijn tranen merk ik, ze komen wel, maar de sluizen gaan zelden vol open. Er is geen tijd en ruimte voor. Ondanks alle plannen die al lang in de kast lagen voor zaterdag moeten we toch nog veel bedenken en beslissen. En we krijgen veel bezoek. Gisteren ging om 9.00 uur de deur voor het eerst open en na het laatste bezoek van 21.30 uur weer dicht. We zijn erg blij dat we vandaag een redelijk rustige dag hebben, dat we daar afgelopen zondag in onze planning al rekening mee gehouden hebben. Eigenlijk was er afgezien van het kapotte toetsenbord toch al geen tijd om te bloggen dus, en mijn concentratie is onder het nulpunt gezakt. Maar in de komende periode zullen er vast steeds weer flarden naar boven komen, en wie weet schrijf ik ze nog op.

Terwijl alle drukte samen met alle emoties over ons heel rollen staat Jan hier in de kamer. Hij straalt rust uit, iets te veel naar mijn zin. Ik heb al zo vaak gezegd dat hij er maar eens vanaf moet komen omdat het nu wel lang genoeg geduurd heeft. Maar ja, eigenwijs hé.