donderdag 28 november 2013

SamenLoop


Ik was bij mijn psycholoog. Aan het einde van het gesprek vroeg ze of ik een nieuwe afspraak wilde maken, en haar agenda viel open op 26 januari….

Dinsdag was het 10 maanden geleden dat Jan overleden is. En, ook dinsdag, over precies 200 dagen doen we mee aan de SamenLoop voor Hoop.
Daarom wilde ik dinsdag heel graag onze Facebookpagina de lucht in hebben en een lieve dochter heeft me daarmee geholpen. Je vindt hem onder de volgende link: www.facebook.com/SamenLoopVoorHoopVoorJanEnAlleman.
Als je niet weet wat een SamenLoop voor Hoop is, of je bent geinteresseerd in ons team, dan moet je maar eens kijken. We vinden het fijn als je onze pagina liked, super als je hem deelt en we vergeten je nooit meer als je een stukje met ons meeloopt. (of iets anders doet om ons team te versterken/ondersteunen).

 
Vandaag is Tiny geweest, onze vorige buurman. Hij gaat een mooi logo voor ons maken en iets om de Facebookpagina mooier te maken. Want het is nu allemaal nog een beetje kaal.
Ik heb me natuurlijk wel afgevraagd of we dit wel moeten doen en waarom we dit doen. Het antwoord is simpel: Ja! Dit moeten we doen. Voor Jan, voor alleman, maar ook gewoon voor onszelf. Dit vinden wij een mooie manier om ons verdriet om te zetten in positieve activiteiten. We kunnen in een hoekje van de bank blijven zitten huilen, en dat gebeurt ook regelmatig, maar we kunnen ook iets gaan doen.
Iets waarbij ook andere mensen betrokken worden. Iets waarbij Jan z’n naam genoemd wordt. En iets waarbij aandacht uitgaat naar het KWF, voor al die andere mensen die het zwaar hebben.
 

“Vanaf nu leef jij verder in mij, kijk jij mee door mijn ogen, vanaf nu ben je dichterbij dan ooit”.
Deze woorden sprak ik bij het afscheid van Jan, ik had ze ook maar weer van iemand geleend. Maar ik besef de waarheid achter deze woorden steeds beter.
Ook bij het organiseren van ons SamenLoopTeam dat niet voor niks de naam Voor Jan en Alleman heeft gekregen.   Daar moet nu soms wat voor geregeld worden. Af en toe is er een mannetje nodig. Dat was altijd een mooie taak voor Jan. Nu doe ik het zelf. Met hulp van mijn dochters natuurlijk, maar gelukkig hadden die het organisatietalent van hun vader al.

 
De SamenLoop is ons op het lijf geschreven, Alpe d’Huzes voor kneuzen, zo noem ik het ook wel eens oneerbiedig. Of Mont Ventoux met zijwieltjes. Als je niet die berg op kunt fietsen of lopen, als je geen sportieveling bent, dan kun je toch best meedoen aan een groot evenement voor het KWF en op die manier een steentje bijdragen. (en een stukje verdriet meedragen)
Want helaas kan Jan en alleman door kanker getroffen worden.
En iedereen verdient een morgen.

zondag 24 november 2013

Plannen


 

 
Augustus 2013, bij een yogales beginnen we met een visualisatie-oefening. Ogen dicht en stel je voor dat je op een mooi plekje bent. Binnen 5 minuten loop ik huilend de zaal uit omdat ik alleen maar mooie plekjes met Jan erbij op mijn netvlies krijg.
November 2013, bij een gespreksgroep beginnen we weer met een visualisatie-oefening: Ogen dicht en stel je voor dat je op een mooi eiland loopt. Het verhaal gaat nog even verder en ik zit daar, redelijk ontspannen met mijn ogen dicht te denken aan dat mooie eiland en wat daar gebeurt.
Pas twee dagen later dringt het tot me door dat ik tijdens die oefening niet aan Jan heb gedacht.

 
Ik ben hem niet vergeten hoor, hij is 24 uur per dag in mijn hoofd, alleen heel af en toe dus blijkbaar niet. De zeldzame keren dat ik mijn dromen kan onthouden speelt hij altijd een prominente rol. En bij ontelbare gebeurtenissen is mijn eerste gedachte: Als Jan er nog geweest was….

 
Er wordt ingebroken bij een dochter, de rotzakken slaan een goede slag. Gelukkig was er niemand thuis! Ze vertelt het me pas een dag later. Het eerste wat ik denk is: als Jan er nog geweest was had ze vast meteen gebeld. Ooit sloeg er een idioot een autoruit in van andere dochter. Ze belde haar vader en die stapte meteen in de auto om haar te gaan helpen.

In dit soort situaties merk ik goed hoe onstabiel we nog maar zijn, snel uit het veld geslagen. De veerkracht is met Jan vertrokken.

Vorige week zijn we een weekendje weg geweest, onze dochters en ik. Met z’n drieën en Jan in ons hart een weekendje Amsterdam. Het was geweldig! Hier merken we dan weer wel verbetering, het genieten met/zonder Jan lukt al een heel klein beetje beter. Maar wat hadden we hem er graag bijgehad!        Op zondag zaten we in de tram. Met een ruk staat hij ineens stil en de chauffeur stapt uit, we schrikken ons rot, er zal toch niemand voor liggen…  Ook dan merk ik dat ik nog niet ben wie ik was. Dan was ik naar voren gestapt om te kijken of ik kon helpen, nu blijf ik geschrokken zitten, zwaar opgelucht dat het alleen maar een foute wissel blijkt te zijn.

 
Mijn kipjes proberen mij op te vrolijken en dat is goed gelukt deze week: twéé eitjes, het allereerste is twee centimeter. Zo klein dat het een grote glimlach op mijn gezicht tovert; prachtig!

 


Ik probeer zoveel mogelijk leuke plannen in het vooruitzicht te hebben. Dat helpt. Maar het voorkomt niet dat er veel teruggekeken wordt, steeds meer lijkt het wel. Vorig jaar om deze tijd….
Mijn blog lees ik terug, maar in mijn hoofd zitten ook nog genoeg herinneringen aan de nare tijd van een jaar geleden. (en de jaren daarvoor) Een steeds zieker wordende Jan, die steeds meer slaapt en steeds minder eet. En zo enorm zijn best doet. Een bed in de kamer, een nare bult onder z’n oksel, steeds vaker de huisarts.
Ik krijg het niet weg, die film in mijn hoofd.

Plannen maken. Dat helpt. Een klein beetje dan toch. Een mooi plan voor over 202 dagen en 15 uur. En een mooi plan voor de zomervakantie.

 

dinsdag 12 november 2013

Mmwwahh


Waarom snap ik het nu pas? Hoe heb ik kunnen denken dat het goed ging met mijn moeder omdat ik haar niet meer zag huilen?
Ik denk dat mijn vader al wel 20 jaar dood was, we vierden Sinterklaasfeest met alle kinderen en kleinkinderen, met alles erop en er aan. Toen mijn moeder haar surprise kreeg en haar gedicht voorlas begon ze te huilen. Ik snapte er niets van, zo emotioneel was dat gedicht helemaal niet. Werd mijn moeder gewoon oud, raakte ze een beetje van het padje af? Nu snap ik het wél; wat had ze graag gezien dat mijn vader erbij kon zijn, of anders toch in ieder geval van bovenaf mee kon kijken naar al die kleinkinderen die hij nooit had gekend. Ik snap het nu ineens, want ik hoor nu ook bij dát deel van de mensheid.

                                       
Ben ik aan het verwerken? Of word ik steeds beter in het verbergen. Wordt de pijn anders? Of kan ik het beter negeren? Ik heb geen idee. Het verdriet wordt in ieder geval niet minder.
Ik kom thuis na een lange dag werken, op het moment dat ik de voordeur opendoe denk ik een lekkere lucht te ruiken. Een fractie van een seconde is het maar. Mmmm, Jan kookt voor me. Dan weet ik het meteen weer hoor, ik ben niet seniel aan het worden. Jan kookt helemaal niet voor mij, nooit meer. Maar de pijn aan die herinnering is even heel heftig. Toen Jan er nog was kwam ik thuis na een lange werkdag en dan stond hij in de keuken, met een schort voor. En ik hoefde alleen maar aan te schuiven.

 
Iemand vroeg me: “Hoe is het?”  “Mmwwah”, zei ik om mezelf wat bedenktijd te geven. Ik kreeg de kans niet om meer te zeggen. “O, maar je bent er nog, en je ziet er goed uit hoor!” Einde gesprek.
Ik hoor het vaker, maar ik heb geen idee wat ik er mee moet. Zouden ze denken dat de buitenkant iets zegt over de binnenkant? Zouden ze die paarse kringen niet zien die zo goed kleuren bij mijn bril?
Loes (zusje van Guusje) leerde daar een mooie omschrijving voor bij haar rouwtherapeute: Mijn mond lacht, maar mijn buik huilt.

 
Verdriet schuift je in een eenzame positie. We praten nog wel soms over Jan, wij noemen zeker vaak zijn naam. Maar de ellende die we beleefd hebben in de jaren voor zijn dood blijft in onze hoofden. Zeker de laatste 2 weken, en over de laatste 2 dagen wordt helemaal al gezwegen. Onbespreekbaar, te moeilijk, te belastend ook voor anderen.

 
Toch wil ik hier nog steeds niet de indruk wekken dat ik een zielige sukkelaar ben. Ik doe enorm mijn best. Ploeter me door het leven en blijf hopen dat het weer leuker wordt. En het ís soms ook gewoon leuk. Aanstaand weekend bijvoorbeeld, Amsterdam, in ieder geval Rijksmuseum. Ik heb er zin in!
Net als toen Jan ziek was, is dit het enige wat helpt: leuke dingen doen, leuke vooruitzichten hebben. (zoals over 214 dagen.....)

En blijven hopen dat het beter wordt….

 

maandag 4 november 2013

Boeken


Mijn vorige blogje is al weer even geleden. Er gebeurt genoeg om over te schrijven, maar ik krijg het vaak niet goed op een rijtje, mijn hoofd maakt er geen begrijpelijk verhaal van. Of ik heb geen energie, geen zin, geen tijd en dan zijn we zo een paar weken verder.

 Ik was een paar mooie dagen in Duitsland met mijn zus, het meest bijzondere daarvan was dat ik de laatste avond even alleen een stukje wandelde en toen bij een brug kwam waar allemaal zgn. liefdesslotjes aanhingen. In ieder land zijn er vast wel van die plekjes waar geliefden samen een slotje met hun namen erop aan een brug hangen. Het sleuteltje schijnt dan in het water gegooid te moeten worden. Er hingen honderden slotjes dus het was even zoeken, ik zag er al snel een met Jan erop, maar niet de goede  naam er bij. Aan het andere eind van de brug viel mijn oog op een oud, slordig geschilderd slotje:


 Het hing er vast al dertig jaar...              

Thuiskomen was een vreemde ervaring, ik kom tegenwoordig zo vaak in een stil huis maar het raakte me deze keer behoorlijk dat er niemand mij opwachtte met een kopje thee en de opmerking dat het zo goed van me was dat ik alles zelf gereden had. Het was helemaal niet zo ver hoor, maar tijdens onze buitenlandse vakanties vroeger reed Jan bijna altijd. Hij vond autorijden leuk, ik niet. Ik was van de catering, ik genoot van het landschap en op de lange stukken gaf ik Jan soms een nekmassage. Nog langer geleden was ik ook van de spelletjes met de achterbankdames, aangeven van poetsdoekjes, sussen van ruzietjes en uitleggen hoe lang en hoe ver het nog was. Bij thuiskomst konden we de ervaringen delen, nu viel er even niks te delen. Ik kom niet thuis in een leeg huis, zoals veel mensen vaak zeggen, overal hangt “Jan” in huis, maar wel in een stil huis. En dat valt soms zwaar.

 
Ik lees nog steeds eigenlijk alleen maar boeken die met rouw en verlies te maken hebben, het zijn er inmiddels al heel wat ook al ligt mijn leestempo nog steeds heel laag en groeit de stapel “nog te lezen” met de week. Ieder boek, hoe verschillend de situatie ook is, levert zóveel herkenning op. Nu lees ik in “Het boek Job”, ik citeer een stukje: “Ik sta stil. De wereld gaat aan mij voorbij. De meeste mensen om mij heen zijn weer naar hun eigen bestaan teruggekeerd, in een wereld die voor mij voor altijd veranderd is. Zo voelt het nu in ieder geval. Een wereld die anders klinkt, anders ruikt, en die zelfs een andere kleur gekregen heeft. Alsof ik het leven weer opnieuw moet leren en niets meer vanzelfsprekend is.” Zo voelt het dus.

Sinds gisteren is er weer een boek bijgekomen, maar dat gaat niet op de stapel, dit boek krijgt voorrang. Gisteren presenteerde Lowie van Gorp zijn tweede boek: “We houden je vast”, over het eerste jaar na het overlijden van zijn dochter Guusje. Ik ben al op de helft. Het was een mooie avond met interessante sprekers. Lowie sprak uiteraard zelf ook en hij raakte mij en mijn meiden enorm door Jan z’n naam te noemen. Ook in het boek komen we een paar keer voor, dus zogauw we een exemplaar in handen hadden ging een dochter er naar op zoek. O, dat moet je misschien thuis maar lezen, zei ze. Maar ik was natuurlijk eigenwijs. Ook hiermee werd ik geraakt, Lowie citeert bijna letterlijk dingen die ik over Jan zei tijdens zijn afscheidsdienst. Het is voor ons altijd fijn als Jan zijn naam genoemd wordt, als dat dan ook nog eens op zo’n speciale manier gebeurt dan vinden we dat heel mooi.

Ik hoorde gisteren een goed voorbeeld van onhandige dingen die mensen kunnen zeggen tegen iemand die rouwt.  Er werd aan een vrouw gevraagd of ze er nu zo onderhand al een beetje overheen was. Ze gaf een geniaal antwoord: Hij is nog steeds dood hoor.

 
Hieronder zet ik alle boeken die ik de afgelopen periode las op een rijtje, het zijn bijna allemaal makkelijk leesbare boeken van ervaringsdeskundigen. Misschien heeft iemand er iets aan.           

 
Tranen van liefde    Tim Overdiek   Over een man die met 2 jonge kinderen achterblijft nadat zijn vrouw verongelukte.
De weduwen van 11 september   Patricia Carrington   Vier weduwen van slachtoffers van de Twin Towers ontmoeten elkaar en worden een hecht clubje. (Ik wou dat ik zo’n clubje had)
Verder zonder jou   Daan Westerink   Interviews met jongeren die een overleden ouder, broer of zus hebben.
Voor ik dood ga   Jenny Downham   Fictief verhaal over een meisje dat terminaal ziek is en nog tien dingen wil doen voor het zover is.
Vingerafdruk van verdriet   Manu Keirse   Hij omschrijft hoe iedereen zijn eigen persoonlijke rouwproces heeft, en dat daar geen standaard voor is.
Stil verdriet   Manu Keirse   Troostende teksten over afscheid nemen.
Ik maak je een graf van letters   Cri Stellweg   Over haar ervaringen na de dood van haar man.
Vaders voor mijn dochters   Bruce Feiler   Een terminaal zieke man zoekt in zijn laatste levensfase voor zijn 2 dochtertjes 6 mannen die een deel van de vaderrol op zich zullen nemen als hij er niet meer is.
Logboek van een onbarmhartig jaar   Connie Palmen   Over de dood van haar man Hans van Mierlo.
Je mag me altijd bellen   Karin Kuiper   De weduwe van de schrijver Karel Glastra van Loon schrijft over de eerste 1001 dagen na zijn dood.
Het boek Job   Roek Lips   Zijn zoon verdrinkt in zee tijdens een vakantie in Spanje.
1000 vragen heb ik over de dood   Cornald Maas   Gesprekken met nabestaanden over het verlies van dierbaren.
En natuurlijk KanjerGuusje   en   We houden je vast   Lowie van Gorp   Over de periode waarin zijn dochter Guusje ziek is en overlijdt aan de gevolgen van een zeldzame tumor. En over het eerste jaar na haar dood.

 
Ik heb het idee dat ik er nog een paar vergeten ben.  Rouwdementie, ik hoorde het woord vandaag weer ergens.
Over precies 222 dagen gaan we iets moois doen. Daarover later meer.