woensdag 29 januari 2014


30 januari 2014,   01.25 uur in de nacht

 

Ik ben maar weer uit bed gegaan. In het donker komen de beelden steeds weer terug en ik doe wat ik in voorgaande jaren vaak ’s nachts deed; ik schrijf een blog. Tegenwoordig slaap ik ’s nachts meestal weer, maar er zijn nog steeds periodes waarin dat moeilijk is.

 
30 januari 2013, de dagen tussen het overlijden en de crematie van Jan. Het is als een film die steeds opnieuw afgedraaid wordt, hoe zag het er uit, wat deden we, wat zeiden we, wie kwamen er, en zelfs wat aten we. Als ik mijn ogen sluit zie ik Jan opgebaard liggen. Recht tegenover de plek waar ik nu zit.

Ik begrijp inmiddels dat het niet alleen de sterfdag zal zijn die in ons geheugen gebrand is en ieder jaar een rol zal blijven spelen. Ook de dagen ervoor, maar zeker ook die erna zullen in deze periode van het jaar terugkomen. 2 februari, de crematie. Ik hoef de dvd niet aan te zetten om het allemaal weer voor me te zien.

Mijn geheugen laat me zeer regelmatig in de steek, maar daar waar je geen geheugen zou willen hebben is dat van mij dan ineens weer ijzersterk.

 
30 januari 2011, ook die datum gaat nooit meer weg, en helaas de bijbehorende beelden ook niet.

De tweede oproep voor een levertransplantatie, twee dagen na de eerste, ’s avonds op 29 januari, die gevolgd door een slapeloze nacht eindigde met een van de grootste horrorfilms waar wij ooit in beland zijn. De operatie moest voortijdig afgebroken worden omdat Jan z’n conditie te slecht bleek. In de vroege ochtend van 30 januari kregen we dat te horen. Daar lag hij, aan alle kanten bont en blauw geprikt, lek gestoken in z’n armen en hals en met een enorme nutteloze operatiewond op zijn buik. Ik weet nog hoe het er uitzag, hoe de artsen heten, dat Jan die met moeilijke namen Knabbel en Babbel noemde, hoe de kamer was, de gang, de lift, de volgende gang en nog een en weer een lift en dan weer een gang, en daar was mijn kamer waar ik ook 12 dagen logeerde. Ik zou het met mijn ogen dicht kunnen vinden.

Pas na een week werd de oorzaak bekend, dichtgeslibde en vernauwde kransslagaders. En hij riep al een half jaar dat hij pijn op zijn borst had, maar niemand kon iets vinden.

Ik schreef dit allemaal al eens veel eerder en veel uitgebreider op mijn blog, maar het zit nog zo vast in mijn hoofd. Ik zou willen dat ik een manier kon vinden om deze beelden los te laten.

Maar een ding wil ik niet vergeten, hoe dapper Jan was. Hoe hij ondanks de telleurstellingen, de angst, de pijn en alle nare onderzoeken gewoon hoop bleef houden, binnen de kortste keren al weer grapjes maakte en de moed niet opgaf. Daarom deze foto van Jan, gemaakt op 30 januari 2011, een paar uur na die verpletterende uitslag, waardoor zijn kansen ineens van redelijk naar heel klein geslonken waren. Met al bijna weer een glimlach op zijn gezicht.

Een van de nummers die we draaiden tijdens de afscheidsdienst is van Coldplay, the Scientist.
Want niemand zei dat het makkelijk zou zijn, maar niemand heeft ooit gezegd dat het zo moeilijk zou zijn. En ook die gaat nooit meer uit mijn hoofd.

maandag 27 januari 2014

Een jaar


Vandaag rouw ik alleen,
alleen met jou.
Ik ben nooit meer mét
maar ook nooit meer zonder jou!

Wat zou ik er voor over hebben om je nog één keer te mogen zien, je één dag bij ons te hebben, te knuffelen en te praten met en over onze meiden. Nog één dagje maar, met z'n vieren. Wat zouden we gelukkig zijn!
Zelfs al zou ik je willen vergeten, alles om mij heen zorgt ervoor dat dat niet zal gebeuren. Jouw jas aan de kapstok, je kleren over de stoel, je foto op tafel waarop je me zo lief aankijkt. Heel dit huis is Jan. Zelfs op de televisie wordt er aan meegewerkt; iedere zaterdagavond zingt Ramses jouw favoriete liedjes en gisterenavond, onvoorstelbaar toevallig, precies in jouw laatste minuten exact een jaar geleden zong Claudia de Breij het lied dat wij samen kozen voor jouw afscheid.
De film van een jaar geleden draait de hele dag in mijn bovenkamer. De laatste nacht van jouw leven was erger dan de eerste na jouw dood. Toen was je vrij! Vrij van verdriet, ellende, verwarring en pijn.
Niet alleen gisteren zit in mijn hoofd gebeiteld, ook de dagen ervoor en erna, maar ook de dag die vandaag precies 3 jaar geleden is.
Op 27 januari 2011 werden we 's morgens wakker gebeld met de mededeling dat er een donorlever voor je was. We reden naar Rotterdam waar je de hele dag allerlei onderzoeken onderging. 's avonds laat konden we in shock weer naar huis, die lever was afgekeurd. 2 dagen kregen we om hier van bij te komen, toen gebeurde de volgende ramp...

We waren gisteren een groot deel van de dag met z'n drieën Jan, en later met de jongens erbij. Verder niemand. We willen ons verdriet het hele jaar door met iedereen delen, maar gisteren niet. Teveel pijn, deze dag was alleen van ons.
We hebben héél veel foto's gekeken, zoveel foto's waar het geluk en plezier vanaf spatten! Jij in een veel te krap paashazenpak, op het strand met je meisjes, of dansend, alle drie nog in ondergoed, recht uit bed, omdat er eentje jarig was.
We hadden het niet altijd alleen maar goed hé Jan, maar deze foto's vertellen wel een prachtig verhaal! Toen was geluk nog heel gewoon. Nu is geluk een la vol foto's uit betere tijden.

Gisterenavond wilden we wensballonnen oplaten, niet dat onze wensen zouden uitkomen, maar we wilden zo dicht mogelijk bij jou zijn. En net als tijdens jouw ziekzijn liepen de dingen niet zoals wij wilden. Het regende. Ook al is het maar een wensballon, ik vond het wel symbolisch.

En vandaag ben ik alleen. Ik draai jouw CD grijs, heb alle kaarten en brieven van vorig jaar nog eens gelezen. Ik heb het nodig, deze dag, alleen met/zonder jou.
Want niemand zei dat het makkelijk was, maar niemand heeft ooit gezegd dat het zó moeilijk zou zijn!


Op een tere draad
van tranen
rijg ik stil
de dagen
tot een jaar

woensdag 15 januari 2014

madeliefjes in JANuari


 
Bijna een jaar later.
Over twee weken, op 26 januari, is het precies een jaar geleden, Jan is dan één heel jaar weg uit ons leven. Maar geen seconde weg uit mijn hoofd.

Dit afgelopen jaar is het zwaarste jaar uit mijn leven geweest. De laatste jaren met Jan waren door alle toestanden rondom eventuele transplantatie, alle hartinfarcten en complicaties ongelooflijk heftig. Maar toen was hij er nog.

Dit eerste jaar na zijn dood heb ik me vaak eenzaam gevoeld, soms onbegrepen en altijd, zichtbaar of niet, verdrietig.
Verdrietig omdat we Jan moeten missen, om wat Jan missen moet en ook erg verdrietig om wat hij heeft moeten doorstaan. Soms lees ik mijn blogs van vorig jaar en langer geleden terug en dan lopen na 2 regels al de tranen over mijn wangen.
Vorig jaar rond deze tijd kleurde de wereld wit. Er lag een dik pak sneeuw en ik zag het alleen vanuit de huiskamer. Ergens anders kwam ik niet meer, 24 uur per dag bij Jan in de buurt, zelfs slapen deed ik beneden in een bed in de huiskamer, net als hij. Sneeuw zal voor mij voor altijd aan deze periode verbonden zijn. Ik hoop dat we deze winter de sneeuw mogen overslaan.

 
Ik heb niet de illusie dat komend jaar zoveel beter zal zijn, ook dan komt Jan niet terug. En iedereen die het weten kan die ik er over spreek zegt dat het tweede jaar zomogelijk nog moeilijker is. Heel fijn vooruitzicht…
Ik wil zo graag verder, doe ontzettend mijn best, maar toch…
Nu moet ik even naar de serie ”Ramses” kijken, had Jan ook wel gewild.

Vier dagen later:
Ik zou hier zo graag een positief stukje schrijven, loop er al dagen op te broeden. Maar wat is er nou eigenlijk positief aan deze situatie? De buitenwereld denkt vast dat ik het goed doe. Misschien is dat ook wel zo, maar wat kost dat veel moeite, en wat is dat hard werken!

Ik mis mijn maatje, ik mis het om samen te zijn, samen op de bank, zonder iets te zeggen, samen aan tafel, samen plannen maken, samen over onze meiden praten, van ze genieten. Samen leuke dingen doen en samen de ellende in de wereld aankunnen. Ik mis mijn lekkerste kopje thee van de dag, ’s avonds door Jan gezet. Ik mis degene die mijn verleden heeft gedeeld, die mij door en door kent en die mijn toekomst niet gaat delen. Ik mis de vanzelfsprekendheid dat er iemand voor me is.

 
Ik heb me vaak heel sterk gevoeld, maar vaak ook helemaal niet. Soms was ik teleurgesteld in mensen, soms blij verrast. Ik heb nieuwe mensen leren kennen, ben nieuwe dingen gaan ondernemen.
En ik heb vooral geleerd dat iedereen uiteindelijk alleen is in haar/zijn eigen rouwproces, je moet het vooral zelf doen.

 
Het is weer JANuari, bewust en onbewust hebben we last van die naderende datum. Net als een jaar geleden zit ik weer regelmatig beneden ’s nachts omdat ik niet doorslaap. Ik vroeg aan een dochter: “Wat gaan we doen op Jan z’n sterfdag?”  Ze keek me aan alsof ik een domme vraag stelde: “Huilen” was haar antwoord.

Er ligt geen sneeuw dit jaar en ik hoop dat dat zo blijft.
In plaats daarvan bloeien er madeliefjes in mijn tuin, madeliefjes in JANuari, laat ik dat maar als een teken van hoop beschouwen.