zondag 17 maart 2013

donker weekend

In het weekend van Jan z’n overlijden heb ik alleen zijn geboortedatum, zijn sterfdatum, zijn naam en “ons verdriet is te groot voor woorden” op mijn blog gezet.
Meer kreeg ik toen niet voor elkaar. Gisteren heb ik geprobeerd om dat weekend te beschrijven, en toen ik na ruim 3 kantjes klaar was heb ik met één druk op de knop de hele boel gewist., iets wat mij vroeger vaak, maar tegenwoordig bijna nooit meer gebeurt.
Ik doe dus een nieuwe poging, het werkt vast therapeutisch om dit meerdere keren uit het toetsenbord te rammen.

Op vrijdag 25 januari in de middag heeft Jan tegen de huisarts geknikt, toen ze vroeg of hij wilde gaan slapen om nooit meer wakker te worden. Meer kon hij niet meer. Die middag was zijn zus nog met haar man op bezoek geweest en toen zij weggingen heeft Jan nog naar ze gezwaaid. “Houdoe” zei hij nog. Dat was een heftig moment.
Tijdens dat bezoek kwam er nog iemand van de thuiszorg, zij wilde voor de ogen van het bezoek Jan nog een fikse wasbeurt geven. Jan had daar helemaal geen puf meer voor, dus ik heb het beperkt tot een beetje opfrissen.
De huisarts heeft toen duidelijk was dat Jan echt niet meer kon en wilde hem een spuit dormicum gegeven en iets om rustig te blijven. Jan was in die laatste periode soms behoorlijk in de war. Als ik nu foto’s terugkijk en situaties herbeleef dan besef ik dat dat eigenlijk al veel langer en veel erger was dan ik door had. Jan was erg wantrouwend over zijn medicijnen bijvoorbeeld. Dan moest ik precies laten zien en uitleggen wat ik hem gaf en hoeveel. En dan bleef hij vragen of het wel de goede waren, of het wel genoeg was, wanneer hij nou weer kreeg.
In de middag of vroeg in de avond, dat weet ik niet precies meer, kwam er iemand van het speciale thuiszorgteam om voor Jan een dormicumpomp aan te sluiten, zodat hij zeker niet meer wakker zou worden. Palliatieve sedatie heet dat, iemand wordt in slaap gebracht om het laatste stukje van het leven draaglijk te maken, je gaat er niet sneller van dood, maar het laatste stukje maak je niet bewust mee..
In de avond begon Jan te kreunen en te reutelen. Dat reutelen hoort erbij, dat wist ik van mijn moeder en schoonmoeder. Dat kreunen niet. Zijn gezicht was verkrampt en als we hem aanraakten kreunde hij harder. Wij hadden sterk de indruk dat hij pijn had. De hele week was er geroepen dat we aan de bel moesten trekken als we dachten dat er iets was, dus dit was het moment. We belden eerst naar de huisartsenpost, daar kon pas na anderhalf uur iemand van komen. Dat vonden we veel te lang, dus we belden ook naar het specialistische thuiszorgteam. (het kan ook best andersom geweest zijn hoor) Ook die konden pas na geruime tijd langskomen. Dus besloten we om alletwee de hulpvragen te laten lopen en maar te zien wie er het eerste was. Dat was iemand van dat speciale team. Aan het reutelen kon ze niks doen en het kreunen vond ze ook wel meevallen zei ze. Wij niet.
Gelukkig kwam toen ook de arts. De verpleegkundige begon nog omstandig uit te leggen dat ze niet hadden hoeven komen en dat zij niet wist dat er ook iemand van de huisartsenpost onderweg was en dat alles al klaar was. De arts keek iets serieuzer naar Jan en besloot om zowel de dormicumpomp als de morfinepomp te verhogen en dat hielp, het kreunen hield op, het reutelen niet.
Iedereen vertrok weer, we waren weer met z’n drieën (zoals de hele week al) en Jan reutelde maar door. We hadden de hele week de tv niet aangehad om een prikkelarme omgeving voor Jan te hebben, maar nu hebben we hem aangezet in de hoop dat het geluid van de tv de nare geluiden van Jan zou compenseren. Ik zal de meest nare details weglaten, die kan ik niet opschrijven, maar ik vergeet ze nooit.
Uiteindelijk besloten we dat de meiden om de beurt zouden gaan slapen en dat er dus steeds een bij mij beneden zou blijven bij Jan. Een groot deel van de nacht heb ik aan zijn bed gestaan. Midden in de nacht hebben we nog een keer de huisartsenpost gebeld, er kwam een arts die Jan oogdruppels gaf tegen het gereutel, dat wilde nog wel eens helpen zei ze. Na een half uurtje heeft dat toch zeker een kwartier een heel klein beetje geholpen.
Later in de nacht hebben we nog maar eens iemand laten komen, het was eigenlijk geen doen zo, niemand bood echte hulp. De verpleegster die nu kwam heeft samen met mij Jan op zijn zij gelegd, dat scheelde nog wel iets. Maar ook zij vertrok daarna weer natuurlijk.
Al om 8 uur hebben we meteen naar de thuiszorg gebeld in de hoop dat er een verpleegster geregeld kon worden die bij ons zo blijven zolang dat nodig was. Ook de thuishulp en de huisarts, die er gewoon weer was op haar vrije zaterdag hebben een hele poos voor ons zitten bellen. De hele periode dat Jan thuiszorg had is er tegen ons gezegd dat we meer hulp konden krijgen zo gauw we dat wilden. Afgezien van wat wasbeurten was het ook nog niet echt nodig geweest, mijn meiden en ik zorgden zelf voor Jan. Maar nu we alle drie eigenlijk al helemaal op waren en de situatie veel zwaarder was dan we hadden zien aankomen wilden we graag hulp, en toen bleek het bijna niet te regelen, omdat het weekend was. Eind van de ochtend kregen we te horen dat er ’s middags iemand zou komen van een thuiszorgorganisatie uit Eindhoven, en die zou zo nodig ook de nacht bij ons blijven.
Rond half vier kwam ze; Marijke. Marijke had veel ervaring in dit soort situaties en dat was prettig. Maar binnen een paar uur wisten we ook haar hele levensloop en dat was minder. Ze vond het duidelijk gezellig dat ze het weekend niet alleen door hoefde te brengen. Maar haar deskundigheid was meer dan welkom, en de wetenschap dat we niet weer een hele lange nacht zelf hoefden te ploeteren was geruststellend.
In de avond had Marijke Jan nog wat opgefrist, hij zag er naar uit, was steeds heel klam en begon steeds meer vocht vast te houden, ook zijn handen begonnen flink op te zwellen. Verder rook hij niet echt fris en het romantische beeld waarbij de geliefden hun stervende partner in de armen houden was hier niet aan de orde helaas. Samen met Marijke heb ik Jan op zijn andere zij gelegd en het klinkt heel onrespectvol maar de uitdrukking “trekken aan een dood paard” zat hierbij toch echt in mijn hoofd. Het was mijn Jan die daar lag, maar toch ook weer niet.
Rond half 10 ben ik naar boven gegaan om nog even wat was op te ruimen. Na een paar minuten riep een dochter dat ik naar beneden moest komen omdat Jan z’n ademhaling veranderde, er waren steeds langer tussenpozen. Na een tijdje zei Marijke: ”Ik denk dat uw man overleden is”. En Jan slaakte nog één laatste diepe zucht. Laatste grapje…
Misschien hebben we hem een handje geholpen in zijn stervensproces door hem om te draaien, dat is waarschijnlijk net iets te veel geweest voor zijn hart. Ik vind het niet erg. En het schijnt vaker te gebeuren dat iemand overlijdt als geliefde personen even de kamer uit gaan.

Eigenlijk besef je op zo’n moment totaal niet wat er gebeurt. Je hebt gewoon geen idee. Je verstand wel, maar de rest wil echt niet mee.
Na een tijdje zijn we gaan bellen en smsen naar familie en vrienden. We hebben de huisartsenpost gebeld want die moesten iemand sturen om de overlijdensakte op te maken. En ik heb de uitvaartondernemer gebeld om te vragen of ze Jan konden ophalen, balsemen en weer terug brengen.
Dat werd een drama. Ik ben anderhalf uur aan het bellen geweest in de ijskoude schuur omdat in de kamer iedereen aan het bellen was en ik me dan niet kan concentreren. De telefoonmiep die dienst had kon mij niet vertellen wanneer Jan gebalsemd zou worden. Het was druk en ze kon ’s avonds geen afspraken maken daarover. Het zou op zondag vast niet lukken en misschien zelfs maandag ook niet. Dinsdag dus. Ik had met Jan samen voor thuis opbaren én balsemen gekozen zodat hij langer mooi zou blijven en niet op een kille koelplaat zou hoeven te liggen. En nu probeerde deze mevrouw mij te vertellen dat dat niet snel ging gebeuren. Dat was nou juist de hele achterliggende gedachte, zo snel mogelijk en zo mooi mogelijk weer naar huis om bij ons te zijn die laatste dagen. Ik moest kiezen tussen balsemen of koelplaat maar ik kón niet kiezen omdat ik niet wist wanneer ze konden balsemen. Op dat moment dacht ik echt dat ik uit elkaar zou klappen. Word nu weer boos terwijl ik dit typ.
Na een lange nutteloze discussie heb ik haar leidinggevende aan de telefoon gevraagd, vervolgens werd ik zeer 10 minuten in de wacht gezet. Ook daar had ik een lang gesprek mee en zou vervolgens nog terug gebeld worden. Weer wachten. Intussen was de arts van de huisartsenpost al lang geweest en die heb ik dus nauwelijks gezien. Ook heb ik niet iedereen  kunnen bellen die ik graag zelf had willen spreken want het werd steeds later. Na een hele poos wachten, mijn adrenalinelevel hoger dan ooit, werd ik eindelijk terug gebeld met de belofte dat ze hun uiterste best zouden doen om Jan op zondag te laten balsemen en thuis te brengen. Als ik niet zo assertief was geweest op dat moment dan was alles heel anders verlopen en dat was niet wat ik met Jan besproken had. Het waren meteen al de eerste nare ervaringen van iets samen willen overleggen, maar niet meer kunnen.
Toen moest het hele ophaalproces nog in gang gezet worden dus pas rond half een werd Jan opgehaald. Twee mensen die duidelijk van een zaterdagavondje op bezoek hadden moeten terugkomen, hun serieuze pak aan trekken en hun grafstem opzetten. Ik zweer je dat die mensen op hun stem geselecteerd worden…
Zondagochtend al vroeg werd ik gebeld door de begrafenisondernemer met heel veel excuses, dit had zo niet mogen gebeuren. Daar waren we het snel over eens. Ik heb hem dan ook verteld dat ik het schandalig vind dat je binnen een uur na het overlijden van je man anderhalf uur strijd moet leveren over een dienst die volgens hun site geboden wordt. Een geavanceerde dienst waar ze reclame over maken. Het zou in het vervolg niet meer kunnen gebeuren werd mij beloofd. Mooi dat ik dat bereikt heb, maar ik had het liever niet.
’s Middags om vier uur is Jan thuis gebracht. Netjes opgefrist, met zijn mooie paarse bloes en zwarte broek aan die al zo lang klaar lagen. Op een baarplank werd hij in de kamer gezet en daar heeft hij gestaan tot we hem echt los moesten laten, een week later.
Omdat Jan de laatste periode veel afgevallen was en al het vocht wat hij de laatste dagen vasthield ook verdwenen was zag het er een beetje vreemd uit. Hij deed me nog het meeste denken aan de pop die ik maakte toen hij 50 werd. Z’n bolle buik was verdwenen en z’n benen lagen er vreemd bij. Later heb ik een sjaal gepakt, de sjaal die ik altijd omsla als ik het ’s avonds koud heb. En die sjaal heb ik op mijn Jan gelegd, dat was beter.
Bij al deze herinneringen moet ik nu zo hard huilen dat ik maar gauw stop voordat ik weer een verkeerde knop indruk en alles kwijt ben.


4 opmerkingen:

  1. Wat een verdriet en ellende allemaal....Je kan je van te voren geen voorstelling maken van hoe dingen lopen naderhand, vooral omdat je al op je laatste reserve loopt mag je hopen dat het laatste beetje wat je moet doen ook soepeltjes verloopt. Helaas weet ik ook uit ervaring dat dat niet altijd het geval is....kan je alleen maar een dikke virtuele knuffel sturen x

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Wil. Je koopt er niks voor, maar jouw schrijfsels zijn een voorbeeld, inspiratie en soms zelfs een "waarschuwing" voor velen. Ik heb je stukje over Jan's laatste uren met ontroering en bewondering gelezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Even geen woorden....ben er stil van...maar wel een hele, hele dikke knuffel.

    warme groetjes uit Tilburg
    Yvonne

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Met ontroering en tranen je stukje gelezen.
    Je kent me niet maar van hieruit een virtuele knuffel.

    Volg dit blog al langer en je hebt er niet zoveel aan, maar respect voor hoe je het doet.
    Jan is niet weg...... '
    alleen niet hier ........

    BeantwoordenVerwijderen