zondag 7 juli 2013

lotgenoten

Op verschillende manieren heb ik contact met lotgenoten, mensen die ook een partner verloren hebben. Het is goed om te praten over dat wat ons bindt.
Maar de verschillen zijn bijna altijd groot; de partner is al langer geleden overleden, de gemiddelde lotgenoot is minimaal 10 jaar ouder, staat niet meer met 2 benen in het arbeidsproces, heeft kleinkinderen en, bijna altijd, een elektrische fiets. Detail.
Het zijn bijna allemaal vrouwen, mannen die hun partner verloren zijn zitten of achter de geraniums te verpieteren of vluchten zo snel mogelijk in een nieuwe relatie. En toch is er snel herkenning als er ervaringen worden uitgewisseld.
Als mij gevraagd wordt hoelang Jan dood is, is het antwoord steevast: zo kort nog maar!! En dan hoor ik ze bijna denken: Ach gossie.
Hun verhalen stemmen mij niet vrolijk; “Als ik in de tuin zit hoor ik overal stellen en gezinnen en dan gaat de barbecue aan.”of  “In de winter is het minder erg, dan doe ik de gordijnen dicht en steek wat kaarsen aan, dan is iederéén binnen” of “Als ik thuis kom steek ik een kaars aan bij zijn foto, en dan vertel ik waar ik geweest ben” en “Ik kan niet thuis zijn, probeer steeds maar om ergens heen te gaan”.
Ppffttt… hoezo het wordt wel beter?
Het biedt me dus wel herkenning maar het baart me ook zorgen. Ik ben dan ook meestal de eerste die vertrekt, voor een poosje is het fijn, maar dan heb ik weer genoeg aan mijn eigen verdriet.
Wat ik er gelukkig ook wel zie is dat mensen hun uiterste best doen om het leven de moeite waard te houden. Ze gaan op reis, zijn bij allerlei clubjes en doen vrijwilligerswerk. Ze blijven niet thuis zitten verpieteren. De nare ervaringen hebben ze geleerd dat het leven zeker niet maakbaar is, maar dat je het uiteindelijk toch wel zelf moet doen.

Waar heb ik dat meer gehoord; op de wind heb je geen invloed, wel op hoe je de zeilen zet.
Het is het motto van Lowie. Afgelopen week ging ik met hem en Yvonne naar een lezing van Manu Keirse, een Belgische professor die boeiend spreekt over rouw. Het was een mooie avond.
Ook zij zijn lotgenoten, maar dan weer anders. Net zoals ik van te voren niet kon bevatten hoe het zou zijn om Jan te verliezen kan ik niet snappen wat het betekent om een kind te verliezen, en zij niet hoe het voor mij nu is.
Maar dat hoeft ook niet, we doen niet aan leedconcurrentie.

Morgenavond komt er weer een mooi programmam op tv: Liefde voor later. Mensen die terminaal ziek zijn maar nog jonge kinderen hebben maken een herinneringsdoos, zodat hun kinderen zich later nog een beeld kunnen vormen van hun overleden vader of moeder.
Het wordt geheid huilen als ik naar zo’n programma kijk, maar ik vind het wel erg mooi en wil het zeker niet missen.
In de eerste afleveringen zat bovendien iemand die ik van heel vroeger ken, zij zat bij mij bij de scouting,  toen we nog jong waren. Ze had inmiddels 2 adoptiekinderen en 4 pleegkinderen, maar helaas heeft ze die niet volwassen zien worden.

1 opmerking:

  1. Hallo Wil, ik had je mailadres genoteerd en wil je telkens mailen...maar kom er niet toe. Ik wil je hier toch even laten weten dat ik je elke keer weer met heel veel plezier lees niet om je verdriet want je gunt dit niemand en ik jank net zo hard mee maar om je manier van schrijven. Binnenkort ga ik je toch mailen enne ik hoop dat je nog lang zelf een blog wil maken.......zodat ik het kan lezen. Pff hoop dat het niet al te stuntelig overkomt deze reactie, ik heb een slechte dag en ben uitgeput voor als je nog niet slaapt, slaap lekker. Liefs van een trouwe lezeres.

    BeantwoordenVerwijderen