woensdag 18 januari 2012

boek


Afgelopen weekend ben ik begonnen in het boek over Guusje*
Ik was er eerder nog niet aan toe gekomen. Het is een bijzondere ervaring, Lowie zou dat vast ook een soort parallelle wereld noemen. Twee verschillende werelden, die van Guusje* en van Jan. Met een groot raakvlak; kanker. Allebei in een sneltrein geraakt waar je niet uit kunt ontsnappen, alleen Guusje had de pech dat die van haar wat harder reed.
Terwijl ik het boek van Lowie lees kom ik regelmatig onze namen tegen en ik zie als in een film de situaties terug; Guusje in het AMC en Jan in het Erasmus. Guusje met haar kralen en Jan met z’n blauwe plekken. Beide slechte vooruitzichten. Allebei zo dapper. Ik ken veel mensen die in het boek voorkomen en de bijbehorende beelden zijn dus niet moeilijk voor te stellen. Het boek geeft een duidelijk beeld van de wereld waarin je terecht komt als iemand in het gezin kanker krijgt. Een aanrader.

Jan ligt op dit moment nog even lekker in bad te dobberen. De ultieme manier om te relaxen. Straks gaan we weer naar Rotterdam, naar cardioloog Bas. Jan heeft al een tijdje geen last van z’n hart gehad. Wel is hij af en toe ineens even helemaal niet lekker, gisteren ook weer. Als hij dan een poosje geslapen heeft is het gelukkig over. Jan denkt dat het aan de combinatie van zijn medicijnen ligt en dat zou goed kunnen. Ik denk dat het is omdat hij nou eenmaal erg ziek is, maar ik begrijp dat Jan liever dat eerste denkt.
Vanmiddag moet Jan z’n moeder ook weer naar het ziekenhuis; het Verbeeteninstituut in Tilburg. Kijken of er nog een behandelingsplan is, en daarna nadenken óf ze nog wel een behandeling wil. Ik heb het idee dat ze redelijk snel achteruit gaat en ik kan me heel goed voorstellen dat ze helemaal geen behoefte meer heeft aan welke nare behandeling dan ook.

We hebben onlangs een brief gekregen van het RAV, de regionale ambulancedienst. Daarin staat dat er een aantekening bij ons huisadres komt; mochten we ooit weer voor Jan een ambulance nodig hebben dan zullen ze hun best doen om Jan meteen naar Rotterdam te vervoeren. Maar ze geven geen garanties. Er staat ook nog in dat het absoluut niet de bedoeling is dat patiënten zelf in ambulances moeten klimmen of buiten op een brancard geholpen worden. Goh, waarom dacht ik dat nou al? Er wordt binnen de ambulancedienst stevig over deze voorvallen gecommuniceerd.
Toch weer iets bereikt. En toch weer bevestigd in mijn motto dat je je mond moet opendoen als er iets misgaat.





1 opmerking:

  1. Hoi Jan en Wil.
    Zo zie je maar, dat het toch goed is geweest, dat je een brief hebt geschreven. Je hebt iedereen weer even wakker geschud. Voor hoelang weet je niet.
    Veel groetjes weer in deze sombere dagen en sterkte met alle wat op jullie pad komt.
    Cees en Wilma

    BeantwoordenVerwijderen