zaterdag 8 september 2012

boos en verdrietig

Er zat deze week heel veel boosheid in mij. Zoveel dat ik er bijna niet van kon slapen.
Daar heb ik meestal een heel goede oplossing voor; deze blog. Afgelopen week had ik daarnaast ook een gesprek met mijn psycholoog, In plaats van de gebruikelijke 3 kwartier heb ik ruim een uur zitten spuien, met af en toe een vraag van haar tussendoor.
Als ik daarvandaan kom denk ik wel eens: wat deed ze nu eigenlijk, ik heb alleen maar zitten praten. Maar als ik beter nadenk dan besef ik dat ze door haar vraagstelling mij laat nadenken over de dingen die me dwars zitten op een zodanige manier dat ik ze beter op een rijtje heb.
Ze lost dus niks op maar ze schept wel orde in de chaos in mijn hoofd.
En intussen tijd peilt ze ook nog stiekem of ik toch wel ver genoeg van het randje van de vulkaan blijf, en haar conclusie lees ik van haar gezicht af, ja hoor, je doet het prima.
Maar ook: Je hebt wel een heel zware kar te trekken Wil.
En dat klopt, de kar was de afgelopen weken zwaar, veel te zwaar.

Intussen krijg ik regelmatig reacties van mensen, heel lief bedoeld; denk je wel aan jezelf? Ja hoor, als de laatste dag van mijn schoonmoeder is aangebroken en we om 6.30 uur inde ochtend gebeld worden, moet ik dan aan mijzelf denken, en me nog eens lekker omdraaien?
En op de dag dat de uitvaartondernemer alles met ons komt bespreken en plannen, ga ik dan aan mezelf denken, of probeer ik mijn best te doen zodat alles gaat verlopen zoals Jan en z’n moeder dat graag willen? Natuurlijk zit ik liever op een terrasje in de zon dan in de kerk, en op de dag dat het huis ontruimd gaat worden sta ik ook niet te juichen, ik kan dan ook wel iets leukers verzinnen. En natuurlijk had ik me met deze uitvaart graag wat afzijdig gehouden en andere mensen al dat werk laten doen. Maar daar waren de omstandigheden niet naar, en dus had ik niet eens tijd om aan mezelf te denken. Het kwam eigenlijk niet eens in me op.

Boos was ik ook de afgelopen weken, omdat ik mijn dochters dit verdriet en alle bijkomende zaken graag had willen besparen. De wetenschap dat hun vader er over niet al te lange tijd niet meer zal zijn drukt al zwaar genoeg op hen. Ik was boos toen mijn ene dochter ziek bleek te zijn geworden tijdens haar vakantie, blaasontsteking, en naar later bleek zelfs ’n lichte nierbekkenontsteking. Dan zie ik de doemscenario’s al voor me, eventuele nierschade, wachtlijst voor niertransplantatie, het gaat allemaal al door mijn hoofd.
Boos, maar vooral héél verdrietig was ik toen mijn andere dochter vertelde dat de donorlongen voor haar studiegenoot Lisanne niet op tijd gekomen waren. Lisanne overleed op 23 jarige leeftijd aan de gevolgen van Cystic Fybrosis, ze wachtte al heel lang op een longtransplantatie, de laatste weken op de intensive care aan de hart/longmachine. Zo zinloos!

Jan is ook wel eens boos, met daaraan gekoppeld verdrietig, omdat hij zoveel niet meer kan. Als hij mij ziet sjouwen met de boodschappen, de was, de stofzuiger of de grasmaaier. Boos omdat er zoveel op mij neerkomt. Ik vind dat geen probleem, ik was altijd al de klusjesvrouw in huis. (Jan is in een ver verleden ooit eens een hele middag bezig geweest met het ophangen van een lamp, nadat hij daar van tevoren al drie weken stress over had gehad. Aan het einde van deze zware klus bleek een onderdeel ondersteboven te hangen….  Ik heb dat toen gauw zelf maar even hersteld).

Maar ondanks al die boosheid en al dat verdriet proberen we nu weer de draad op te pakken. Jan slaapt veel en z’n beperkte tijd ging de laatste tijd grotendeels op aan het bezoeken van zijn zieke moeder. Dat valt nu weg en we zijn er ons erg van bewust dat we nu weer kunnen, mogen en moeten gaan genieten van hetgeen we nog samen kunnen. En dat doen we dus.


3 opmerkingen:

  1. Lieve Wil en Jan,

    Zoals jullie misschien wel doorhebben, volg ik veel blogs. Zo lees ik zoals je misschien weet, ook jullie verhaal, jullie boosheid, jullie verdriet en jullie angsten. Dat doet me erg veel. Daarom weet ik vaak niet, of wat ik schrijft goed is en oke voelt voor jullie. Daarom vaak een gemeende knuffel en een ik denk aan jullie. Wat ook echt zo is. Het is zo'n strijd en woorden vinden is lastig. Ik kan mij de boosheid en het verdriet zo goed voorstellen.

    Ikzelf ken veel mensen die overleden zijn aan deze rotziekte, er tegen vechten of er "vanaf" zijn. Verschrikkelijk. Maar ik kan niet inschatten wat jullie precieze gevoelens zijn, natuurlijk. Ik lees wel vechtlust. Ondanks verdriet. Iets moois maken van de momenten samen als het kan. Bewondering.

    Vaker heb ik al gezegd, dat de collecte week voor KWF kankerbestrijding zo belangrijk is. Dat is deze week. En de feiten zijn overduidelijk. Het is zo hard nodig...voor jong, ouder en oud. En dan is het zeer bitter, dat jullie dit, samen met jullie dochters zo moeten meemaken.

    Hele dikke knuffel. En dan toch: ik denk aan jullie. Blijf ik doen. Ondanks dat jullie mij niet kennen. Ik leef mee, ook met jullie. En k hoop dat jullie toch wat steun kunnen vinden in onder andere mijn reactie.

    Veel liefs van
    S



    BeantwoordenVerwijderen
  2. Denk je wel aan jezelf? Die vraag wordt vaak gesteld. Niet verkeerd bedoeld maar de boosheid om die vraag begrijpelijk. Ik heb diep respect voor je. Juist omdat je aan durft te geven dat aan jezelf denken het laatste is wat je nu kan doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Via deze weg wil ik U heel veel respect geven, U verdient het gewoon.

    BeantwoordenVerwijderen