donderdag 25 april 2013

spons

Ik ben net een spons op dit moment waar het rouwen betreft. Ik zuig alles op: ga naar lezingen, praat met andere mensen over verlieservaringen en lees boeken. Ik wil graag weten hoe andere mensen ermee omgaan en vooral hoe zij er jaren later op terug kijken. (het liefst hoor ik dan positieve verhalen natuurlijk)
Gisteren was ik naar een lezing van een werkgroep die zich op vrijwillige basis bezig houdt met het begeleiden van mensen die rouwen. De twee personen die deze lezing gaven hadden originele namen: Jan en Wil. Ik lieg het niet.
Niet alles was even boeiend maar grote delen ook wel. Zo werd er een vergelijking getrokken tussen verdriet en schaduw; het is altijd voor, achter of naast je. Soms heel groot en nadrukkelijk aanwezig, soms wat kleiner, onopvallend.
Er was ook een mooi lied van Gerard Maasakkers, ik zet de tekst hierbij:

En as ik 's morgens in m'n kleren schiet
En m'n beurs en m'n sleutels vat
Ben maar nie bang, jou vergeet ik nie
Ik neem jou mee in menne binnenzak

Ik neem jou mee als ik de trap afga
As ik mennen eerste koffie drink
Ik neem jou mee als ik de krant opensla
As den dag begint

Ik neem jou mee, overal waar ik heenga
As ik alleen ben; gij bent erbij
En as ik midden in de massa sta
Neem ik jou mee, jij bent bij mij

En door de middag en de avond heen
As ik eet bij het journaal
Ik neem jou mee als de nacht begint
As ik de fles leeg, helemaal

Ik neem jou mee als ik de trap opga
Als ik men tanden poets
En als ik uit men kleren ga
As ik het licht uitdoe

Ik neem jou mee, overal waar ik heenga
As ik alleen ben; gij bent erbij
As ik slapen ga, leg ik jou
Onder het kussen bij mij.

In de pauze ontstonden er gesprekken met de andere mensen die de lezing bezochten, en dan komen er onderwerpen waar je normaal nooit bij stilstaat. Hoe ziet de lege bedhelft eruit bijvoorbeeld? Iemand vertelt dat ze in het donker haar bed induikt en het licht niet aandoet om dat stuk van het bed niet te hoeven zien. Een ander vertelt dat ze altijd het lampje aandoet aan de beddenkant van haar man. Dat blijft dan de hele nacht aan en daarmee beeldt ze zichzelf in dat haar man daar in bed ligt. Ik heb er zelf nooit over nagedacht maar realiseer me nu dat er bij mij geen lege bedhelft is. Ik heb er een royaal nachtkastje van gemaakt met tijdschriften, leesbril, wekker, afstandsbediening van de tv, kleding enzo. De leegte is daarmee niet zichtbaar. (maar daardoor niet minder voelbaar hoor)

Rouw blijkt een universeel iets, we rouwen allemaal op onze eigen manier, maar er zijn altijd herkenningspunten.
Dat vertelde een van mijn dochters ook nadat ze het boek “Verder zonder jou” van Daan Westerink gelezen had. In dit boek, dat ze gekregen had van Lowie en Yvonne, beschrijven jongeren hun ervaringen met het verlies van een dierbare. De verhalen zijn verschillend, andere culturen, andere leeftijd, andere situaties. En toch zijn er altijd raakvlakken. Er is altijd een soort van gemene deler. Een erg gemene deler.

Vandaag maakte iemand aan de telefoon een onbedoelde woordspeling. “Ik ga daar niet met Jan en Alleman over in discussie”, zei ze geloof ik. Waarop ik zei: Ik wou dat ik er met Jan over in discussie kon gaan!!


2 opmerkingen:

  1. Wat knap dat je zelf op onderzoek uit gaat , alles is nog zo vers... en toch doe je het. Ik hoop dat je daar steun in kunt vinden... sterkte

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben zo blij dat je schrijft. Omdat het herkenbaar is wat je schrijft. En omdat het zo ontroerend is hoe je oog hebt voor je dochters. Ik ben dankbaar dat ik het boek mocht schrijven dat zij net hebben gelezen. Hartelijke groet, Daan Westerink

    BeantwoordenVerwijderen