Gisteren, 25 juli, hadden we weer een afspraak met onze prof, dokter Metselaar in het Erasmus. Dat geeft altijd spanning. We slapen er slecht van. Jan stelt ’s morgensvroeg allerlei onnozele vragen en ik mopper op hem. Bij mij moet je ’s morgens niet met onnozele vragen aankomen, bij voorkeur helemaal niet.
Eigenlijk is de afspraak zelf niet eens zo spannend en dat weten we. Na afloop wordt er altijd bloed geprikt en die uitslag horen we pas bij de volgend afspraak, 2 á 3 maanden later. Of tussendoor als we bijvoorbeeld bij de cardioloog in Rotterdam zijn. Dus we weten nu al dat de bloeduitslagen goed zijn; er zijn nog geen grote veranderingen in het bloedbeeld. Het is structureel slecht voor wat betreft suiker, leukocyten en trombocyten, leverwaardes vallen weer verbazingwekkend mee.
Voor mij zit de spanning vooral ook in het dáár naar toe gaan. Daar waar onze slechtste herinneringen en spannendste momenten liggen.
Het Erasmus is al zo lang als wij er komen één grote bouwput, het ziekenhuis wordt vernieuwd terwijl het gewoon open is. Deze keer is er weer eens een stuk van de parkeergarage aan de beurt; de invalideparkeerplaatsen. De rest is stampvol, dus een paar slimmeriken rijden tegen het verkeer in naar een plekje waar de alternatieve invalideplaatsen zijn. Pas als ze de parkeerwachters zien die druk met wielklemmen in de weer zijn begint er iets te dagen. Maar dan nog moeten ze eerst zien dat een ander eerst 50 euro mag afrekenen voor zijn wielklem eraf mag en dan pas stappen de dames hevig verontwaardigd weer in om een ander plekje te zoeken.
Wij hebben een kaart dus we wachten geduldig tot de wielklemmeneer klaar is en er een plekje vrijkomt. Terwijl wij parkeren zien we dat de klem onmiddellijk weer op een andere auto gezet wordt; ondanks de grote verkeersborden is het vandaag een topdag voor de kas van de afdeling parkeerbeheer.
Dokter Metselaar heeft inderdaad weinig nieuws voor ons te vertellen, op het feit dat de bloedwaardes goed genoeg zijn en Jan al een half jaar geen hartproblemen heeft gehad baseert hij zijn verwachtingen voor de komende paar maanden: geen grote problemen te verwachten. Als ik hem vraag om zwart-op-wit-garantie zegt hij: Ik ben net een tweedehands-autohandelaar: garantie tot de deur.
We krijgen alle kans om vragen te stellen, over de vermoeidheid van Jan bijvoorbeeld. Hij houdt het op de combinatie van alle ziektes die Jan heeft en vooral op de tumoren: tumoren vreten energie. Zolang er geen extra klachten komen zoals pijn in de buik en vocht vasthouden en zolang de bloedwaardes gelijk blijven is de situatie stabiel. (Stabiel slecht weliswaar) Wanneer dat gaat veranderen is niet te voorspellen, een tumor van deze soort is langzaam groeiend, hij verdubbeld jaarlijks in omvang, dus een tumor van 2 cm is na een jaar 4 cm en na nog een jaar 8 cm . En er zitten er minimaal 4 maar waarschijnlijk meer.
Op de een of andere manier ben ik toch nooit gerustgesteld na zo’n gesprek, de bloeduitslagen die er nu liggen zijn 3 maanden oud. Maar binnenkort hebben we een afspraak met de cardioloog en dan zijn de nieuwe uitslagen bekend. Hopelijk bevestigen die wat Metselaar zegt.
Het is nu half elf en ik heb nog geen Jan gezien, zo maar eens boven kijken…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten