Wel of niet bloggen, het is vaak een dilemma, en ook wát er in komt.
Ik kan moeilijk iedere keer schrijven dat we slecht slapen, dat Jan pijn in z’n benen heeft en dat genieten moeilijk is met donkere wolken boven je hoofd.
Er zit dagelijks voor wel twee blogs stof in mijn hoofd, maar soms heb ik geen tijd, geen puf of geen zin. En niet alles wat er om je heen gebeurt kun je in een blog slingeren, daar zit niet iedereen op te wachten.
Vanmiddag was ik bij de familie S. Zij zijn jaren geleden gevlucht uit Azerbedjan (schrijf je dat zo?) en ze wonen met hun 3 dochters hier in de buurt. Ik was lang vrijwilligster van Vluchtelingenwerk en heb toen onder andere dit gezin begeleidt. Ze hebben afgrijselijke dingen meegemaakt voor ze gevlucht zijn en het heeft ze heel veel moeite gekost voor ze hier in Nederland een beetje ’n redelijk leven hadden opgebouwd. Soms gaan we nog bij ze op bezoek omdat het er gezellig is en we altijd heel gastvrij ontvangen worden.
Vandaag waren we er dus ook en nou blijkt de moeder van het gezin borstkanker te hebben. Ze weet het pas vanaf 15 april, is al 2 keer geopereerd, begint binnenkort aan een chemokuur van 4,5 maand en moet ook nog bestraald worden. Tsak!! Die komt binnen.
Welkom in de wereld waar kanker regeert.
We hebben uitgebreid gesproken over positief zijn en bidden (zij zijn gelovig, ik niet) en over hopen op een wonder.
Ik geloof niet dat kanker verdwijnt door een positieve houding of veel bidden, en al helemaal niet dat kanker een straf van de duivel is. Mocht er ergens een god bestaan, dan moet die wel een vreselijke hekel aan ons hebben want ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets gedaan heb waarvoor wij zo zwaar gestraft moeten worden.
Maar ik heb dat niet gezegd, want als mensen zich ergens aan vast willen houden, in dit geval aan god en bidden tot hem, dan moeten ze dat vooral doen. Ik heb wel gezegd dat ik denk dat je gewoon pech hebt als je kanker krijgt, heel veel pech.
En als je geluk hebt genees je ervan, dus ik hoop dat ze geluk heeft!
De gezamenlijke conclusie was dat het niet eerlijk is in ieder geval, daar waren we het wel over eens.
Vorige week waren we een poosje bij Aramis, de woningcorporatie in Roosendaal, bij de collega’s van Jan. 3 ervan vierden een jubileum en een van hen is Albert, de vriend van Jan. Er was een toespraak en daarin werden wat anekdotes verteld over de 12,5 jaren die hij er werkt. Jan en Albert zijn allebei sociaal projectleider, wat wil zeggen dat ze saneringsprojecten begeleiden, bemiddelen bij burenruzies, regelen dat mensen een andere woning krijgen bij sloopprojecten etc. Maar als het zo uitkomt zijn ze eigenlijk ook gewoon een komisch duo. Ze moesten ook vaak op huisbezoek. Een van de anekdotes ging over zo’n huisbezoek: Albert en Jan bellen aan bij een client in een achterstandswijk. De man doet open en laat hen binnen, maar achter hem komt een grote hond op Jan en Albert afgestormd. De man roept keihard: LIGGEN!!! En Albert en Jan bedenken zich geen seconde en duiken allebei languit op de grond….
Jan geniet enorm van dit soort bezoekjes waarbij herinneringen opgehaald worden, want dat is wat hij het meeste mist: gewoon kunnen werken, plezier hebben met collega’s en tegelijkertijd goed werk afleveren. Het is moeilijk om onder ogen te zien dat je nauwelijks nog een nuttige bijdrage levert aan de maatschappij, zeker voor iemand die er altijd met 2 benen middenin heeft gestaan.
Fijn dat je deelt. Ook al denk je dat het saai is. Stof genoeg. Denk dat ik dadelijk ook maar eens ga liggen.
BeantwoordenVerwijderen