dinsdag 12 november 2013

Mmwwahh


Waarom snap ik het nu pas? Hoe heb ik kunnen denken dat het goed ging met mijn moeder omdat ik haar niet meer zag huilen?
Ik denk dat mijn vader al wel 20 jaar dood was, we vierden Sinterklaasfeest met alle kinderen en kleinkinderen, met alles erop en er aan. Toen mijn moeder haar surprise kreeg en haar gedicht voorlas begon ze te huilen. Ik snapte er niets van, zo emotioneel was dat gedicht helemaal niet. Werd mijn moeder gewoon oud, raakte ze een beetje van het padje af? Nu snap ik het wél; wat had ze graag gezien dat mijn vader erbij kon zijn, of anders toch in ieder geval van bovenaf mee kon kijken naar al die kleinkinderen die hij nooit had gekend. Ik snap het nu ineens, want ik hoor nu ook bij dát deel van de mensheid.

                                       
Ben ik aan het verwerken? Of word ik steeds beter in het verbergen. Wordt de pijn anders? Of kan ik het beter negeren? Ik heb geen idee. Het verdriet wordt in ieder geval niet minder.
Ik kom thuis na een lange dag werken, op het moment dat ik de voordeur opendoe denk ik een lekkere lucht te ruiken. Een fractie van een seconde is het maar. Mmmm, Jan kookt voor me. Dan weet ik het meteen weer hoor, ik ben niet seniel aan het worden. Jan kookt helemaal niet voor mij, nooit meer. Maar de pijn aan die herinnering is even heel heftig. Toen Jan er nog was kwam ik thuis na een lange werkdag en dan stond hij in de keuken, met een schort voor. En ik hoefde alleen maar aan te schuiven.

 
Iemand vroeg me: “Hoe is het?”  “Mmwwah”, zei ik om mezelf wat bedenktijd te geven. Ik kreeg de kans niet om meer te zeggen. “O, maar je bent er nog, en je ziet er goed uit hoor!” Einde gesprek.
Ik hoor het vaker, maar ik heb geen idee wat ik er mee moet. Zouden ze denken dat de buitenkant iets zegt over de binnenkant? Zouden ze die paarse kringen niet zien die zo goed kleuren bij mijn bril?
Loes (zusje van Guusje) leerde daar een mooie omschrijving voor bij haar rouwtherapeute: Mijn mond lacht, maar mijn buik huilt.

 
Verdriet schuift je in een eenzame positie. We praten nog wel soms over Jan, wij noemen zeker vaak zijn naam. Maar de ellende die we beleefd hebben in de jaren voor zijn dood blijft in onze hoofden. Zeker de laatste 2 weken, en over de laatste 2 dagen wordt helemaal al gezwegen. Onbespreekbaar, te moeilijk, te belastend ook voor anderen.

 
Toch wil ik hier nog steeds niet de indruk wekken dat ik een zielige sukkelaar ben. Ik doe enorm mijn best. Ploeter me door het leven en blijf hopen dat het weer leuker wordt. En het ís soms ook gewoon leuk. Aanstaand weekend bijvoorbeeld, Amsterdam, in ieder geval Rijksmuseum. Ik heb er zin in!
Net als toen Jan ziek was, is dit het enige wat helpt: leuke dingen doen, leuke vooruitzichten hebben. (zoals over 214 dagen.....)

En blijven hopen dat het beter wordt….

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten