dinsdag 25 juni 2013

schaduw

Er blijft iedere dag zoveel tijd over om aan Jan te denken. Om te missen wat er eens was, om heimwee te hebben naar wij. Om te delen in plaats van alles voor mijzelf te hebben. Om te zorgen voor. Om te houden van.
Er is iedere dag zo weinig ruimte in mijn hoofd. M’n hele harde schijf is gevuld met herinneringen en gedachten aan Jan en aan de 29 mooie (en soms helemaal niet mooie) jaren die we samen hadden. Vooral de laatste jaren met zoveel narigheid zijn vaak in mijn  hoofd. Mijn werkgeheugen wordt er grotendeels door in beslag genomen, en ik hoop van harte dat de mooie herinneringen ooit de slechte de baas gaan worden.

Er is iedere dag wel een moment van tranen, of meerdere. Soms zichtbaar, soms van binnen.
De cola-reclame grijnst me al weken aan vanuit de bushokjes; PAPA staat er op het flesje. En als ik in de supermarkt een foliepak cola uit het rek haal staat er één flesje achter, met het etiket naar mij toe; JAN staat er op. Daar sta je dan, midden in de winkel.

Iedere dag gaat mijn leven een stukje verder weg van Jan en in het begin hoopte ik dat het missen daarmee minder zou worden, nu weet ik wel beter.
Iedere dag wijst elk plekje in huis mij op mijn verleden met Jan. Er staat niet veel in huis dat we niet samen kochten. Iedere kamer vertelt een stukje van ons verhaal. Het kost me weinig moeite om beelden van dit huis met Jan op te roepen, als ik mijn ogen sluit is hij er,

Overal roepen kleine dingen meteen een berg aan herinneringen op, op de meest onverwachte momenten. We hadden een high-tea bij Bruintje Beer en er was ook een cake in de vorm van een beer. Precies zo’n zelfde cake kregen we een week voor Jan overleden is. En op het moment dat ik de cake zie zie ik ook meteen de situatie van toen weer voor me; wie de cake bracht, wie er op bezoek kwam die avond om afscheid te nemen van Jan, en dat zij met ons samen van die cake aten rondom dat grote ziekenhuisbed. De hele film speelt zich moeiteloos af in mijn hoofd.

Toen het lang slecht weer was dacht ik dat het wel beter zou gaan als het mooier weer werd. Maar ook dat weet ik inmiddels beter. Als het mooi weer is komen ineens overal de stelletjes tevoorschijn, de wandelaars en de fietsers. Van die setjes waar Youp van ‘t Hek het over had, met dezelfde fietsen en soms ook dezelfde jas. Vroeger lachten we er wel eens om. Wat zou ik nu graag zo’n setje zijn.

In een songtekst (Vangrail) hoorde ik pas een regel die me bijbleef:  “En de schaduw die ik in mijn armen hou is die van jou”.
En zo is het. Ik zal de schaduw van Jan altijd en overal met me meedragen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten