Soms zeggen mensen wel eens tegen me dat we wel veel extra tijd nog samen krijgen en dat is waar. Laatst voegde er iemand heel wijs aan toe dat het natuurlijk nooit genoeg is, en dat is zeker ook waar.
Als je 55 bent hoor je nog niet dood te gaan, of je nou wel of niet in blessuretijd zit. Want dat bedenk ik dan maar, Jan heeft al zo veel “blessures” gehad en al die verloren tijd mogen we nu nog inhalen, zij het met beperkingen.
Als ik alle ziekenhuisopnames bij elkaar optel, te beginnen in 1988, dan kom ik een heel eind met 2 blindedarmoperaties, 1 herniaoperatie, 3 darmontstekingen, 1 slokdarmbloeding, 1 screeningsweek, 2 diabetes-reset-periodes waarvan de langste 23 dagen duurde, 1 mislukte levertransplantatie inclusief hartinfarct en daarna nog een stuk of 5 opnames vanwege hartinfarcten en nog een keer om wat onderzoek te verrichten en diagnoses te stellen. Ik ben vast nog wel iets vergeten. Als ik daar alle dagopnames en thuis-ziek-periodes en alle hersteldagen van dit alles bij op tel, dan hebben we nog wel even te gaan. En dat is ook de bedoeling!
Jan heeft weer iets nieuws aan zijn persoonlijke medische encyclopedie toe te voegen, hij had nog niet alles gehad. Hij blijkt een darmbacterie te hebben die wel eens een mogelijke verklaring voor zijn darmproblemen van de afgelopen tijd zou kunnen zijn. Daar heeft hij nu een antibioticakuur voor met alle mogelijke bijwerkingen van moe, duizelig, geen eetlust etc. die daar bij horen. Hopelijk gaat het hem na afloop van die kuur ook wat opleveren, want dat is dan altijd wat ik meteen in zijn stem hoor: hoop. Hopelijk krijgt hij iets meer energie als dit weer achter de rug is. Ik hoop het ook met hem, maar weet dat het misschien wel tegen beter weten in is. We hebben al zo veel gehoopt.
Doordat Jan zo moe is ligt hij steeds meer in bed en worden er een heleboel spieren niet of nauwelijks meer gebruikt. Vooral aan zijn armen is dat goed te zien, die worden dun en slap, zijn spiermassa is daar behoorlijk afgenomen. Zijn buikspieren zijn nog wel heel nadrukkelijk aanwezig, ha ha.
De wond van de infectie onder zijn oksel ziet er goed uit, maar dat kan ook niet anders met zo’n persoonlijke verpleegster. 2 keer per dag voeren we een heel ritueel uit om dat wondje open te houden zodat het van binnen uit netjes dicht kan groeien zonder dat daar weer iets kan ophopen.
Op momenten dat het heel gezellig is, zoals gisteren toen Dimphy en onze meiden hier kwamen lunchen bijvoorbeeld, genieten we enorm. Maar het zijn ook juist die momenten die me achteraf heel verdrietig kunnen maken, het besef van eindigheid komt dan extra hard binnen. Zoals nu ook: nu de Sinterklaasperiode aanbreekt, gaan mijn gedachten terug naar vroeger. Wij met z’n allen voor de tv voor de intocht, Jan in zijn badjas, want in die grote zakken konden lekker veel pepernoten, zodat hij tot grote verbazing en verrassing van onze meiden ongezien kon strooien. Natuurlijk komt dat met volwassen dochters niet terug, maar de gedachte dat Jan nooit met zijn kleinkinderen mee kan genieten doet ongelooflijk veel pijn.
Nienke en ik hebben bedankbrieven gekregen van Stichting Haarwensen (voor kinderen) en van de Nederlandse Haarstichting (voor volwassenen). Ze gaan mooie dingen maken van onze afgeknipte haren die wij ze geschonken hebben. Ze hebben ons beide gevraagd om toch vooral reclame te maken voor hun stichting, dus mocht je binnenkort een stuk van je haar gaan laten knippen, denk dan maar eens aan hen. Ze hebben beide een eigen site waarop staat hoe lang je haar moet zijn en waar je het naartoe kunt sturen.
Lieve Wil en Jan,
BeantwoordenVerwijderenMet veel bewondering en respect lees ik nog steeds jullie blog.
Heel veel sterkte.
Liefs knuffel
S