Jan heeft het tegenwoordig gauw koud, door zijn veranderende stofwisseling kan hij zichzelf niet meer zo goed op temperatuur houden.
Afgelopen week zat hij op de bank met een donkerrode deken om zich heen geslagen omdat hij het weer koud had. Het was net een oude indiaan.
Ik vertelde hem dat ik wel eens gelezen had wat oude indianen doen als ze hun einde voelen naderen: ze vertrekken naar een afgelegen stille plek en gaan daar zitten, wachten tot het einde komt.
O, zei Jan, en hij bleef mooi op de bank zitten.
Deze week was een week van twijfel voor Jan: voel ik me wel lekker of niet? Meestal niet dus.
Ga ik slapen of niet? Meestal wel dus. Ga ik wel eten of niet? Meestal niet dus.
Jan voelt zich niet lekker. Hij is moe, heeft geen eetlust en vaak last van zijn darmen. Hij slaapt veel. Allemaal dingen die bij zijn ziekte zouden kunnen horen, maar dat hoeft niet.
Dus twijfelden we, heeft hij nou een virusje opgelopen? Moeten we de dokter bellen?
Dat deden we dus maar en donderdagmiddag was ze hier, toen ging het net wat beter natuurlijk. Vrijdag toen ik uit mijn werk kwam ging het helemaal niet beter, Jan vertelde dat hij enorm last had van diarree. Hij was helemaal niet lekker en futloos. Dus de dokter weer gebeld en ze kwam wéér. Ik wilde namelijk zo niet het weekend in met hem. Ze kon er toch ook niet meer van maken dan de twee opties die we al hadden, of het hoort bij de ziektes die Jan heeft, of het is een virusje erbovenop. Dat laatste geloofde ik nog steeds niet, want Jan heeft nooit een virusje, die heeft gewoon een VIRUS, met koorts en alles erop en eraan.
Maar gisterenavond had hij eindelijk inderdaad koorts en we waren er een soort van opgelucht over, gelukkig. De verschijnselen die bij een virus horen zullen weer weg gaan als het virus uit zijn lijf is. En dan is het de vraag wat er dan nog aan klachten overblijft. Wij hopen zo min mogelijk, maar koud, moe en geen eetlust zullen niet meer helemaal verdwijnen helaas.
Gisteren waren er twee bijzondere momenten; ’s middags heb ik met mijn meiden gesproken over hoe we afscheid van Jan willen nemen als het zover is. Met Jan had ik daar al lang geleden afspraken over gemaakt, in het boekje wat de Dela daarvoor speciaal heeft gemaakt staat de datum 20 oktober 2010. Nog toen Jan op de wachtlijst voor een levertransplantatie stond bespraken wij samen hoe Jan z’n afscheid eruit zal zien. Het was vrijdagmiddag een gesprek met veel emotie, maar ook met ongelooflijk veel liefde.
Vrijdagavond was de tweede bijzondere situatie; we waren uitgenodigd bij Yvonne en Lowie, samen met nog veel andere mensen die iets voor hen betekend hebben het afgelopen jaar. Dinsdag is het een jaar geleden dat hun dochter Guusje overleden is. Ze vertelden mij dat de glans van het leven sinds dat moment verdwenen is. Pijnlijk om te horen, ik hoop zo dat het hen ooit lukt om te genieten, met zonder Guusje, echt te genieten van wat er nog wél is. Maar ik zie ook hoe dapper ze zijn en hoeveel moeite ze doen om dit nieuwe, veranderde leven te leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten