zondag 29 juni 2014

Special

Ik zit in de auto met de radio aan. Een voor mij onbekende zanger zingt:” I wish I was special”.
Het snijdt.
Wat mis ik dat zeg, speciaal zijn voor iemand. En dat iemand er exclusief voor mij is.
Muziek komt bij mij vaak keihard binnen. Soms zomaar een paar woorden terwijl ik geen flauw idee heb waar het lied over gaat. Natuurlijk de klassiekers als “Wish you were here” van Pink Floyd, maar ook zo’n regeltje als “I miss you so, I miss you so, I miss you till I’m old” van Chefs Special. En uiteraard “Dat ik je mis” van Maaike. Ook die hoorde ik allebei voor het eerst in de auto, thuis heb ik niet vaak muziek aan. Bij beide nummers liepen de tranen na twee regels al over mijn wangen. En natuurlijk de muziek van Jan z’n afscheidsdienst, muziek die we samen kozen. “The scientist” heb ik nog het vaakst gehoord denk ik.
En de muziek van Amelie; een juf op mijn school presteerde het drie keer om die muziek aan te zetten in een ruimte waar ik doorheen moest. Ik was nog net niet omgedraaid om weer naar huis te gaan.
Muziek snijdt, maar het troost ook tegelijk weer, even m’n tranen laten gaan. En beseffen dat ik niet de enige ben die iemand moet missen.

Het KWF belde op, nou ja een mevrouw van een belpanel dan. Ze begon mij eerst te prijzen omdat ik al lang vaste donateur ben. Daarna wilde ze weten wat de reden van mijn donateurschap was. Ik heb het maar kort gehouden. De stilte die er op volgde was ook maar kort. Daarna ratelde ze weer vrolijk de voorgeschreven tekst op. Allerlei cijfers en statistieken over mensen die dood gaan en mensen die overleven. Over melanomen en hoeveel mensen daar aan dood gaan. Over huidkanker in het algemeen. Het bleef maar duren. Aan het eind van haar verhaal stelde ze voor dat ze mijn maandelijkse donatie maar even zou verdubbelen. Ik heb haar uitgelegd dat ik dit soort telefoontjes niet op prijs stel, dat ik heel erg goed in staat ben om zelf de hoogte van dit maandelijkse bedrag te bepalen en dat ik al een half jaar mijn stinkende best doe om voor de Samenloop geld binnen halen. Ik hoop dat er een aantekening bij mijn naam staat nu, want de volgende die belt krijgt dezelfde uitleg maar dan iets minder vriendelijk.

De SamenLoop loopt als een tierelier. We hebben nu een team van 50 mensen, of eigenlijk 49 en nog wat, want die kleine ukkepuk die er het laatste bij kwam loopt natuurlijk niet. Dat is een prachtig aantal, meer dan we ooit gehoopt hadden. Maar we hebben er nu wel de rem op gezet. Het moet wel behapbaar blijven voor ons. Het moet ook wel onze SamenLoop blijven waarbij wij niet alleen maar aan het regelen zijn. We willen ook met iedereen een praatje kunnen maken, hier en daar rondjes meelopen. En we willen vooral doen waarom het voor ons allemaal begonnen was: Jan herdenken.



maandag 9 juni 2014

Griekenland

Net als vorig jaar ben ik een week weg geweest met mijn onze meiden, deze keer naar Athene. Iemand in een vergelijkbare situatie noemt dit troostvakanties. Ik herken me daar wel in.
Genieten heeft tegenwoordig een dubbele lading, we hadden het fijn, maar er is altijd iemand te weinig. Als we met z’n drieën zijn is Jan het dichtste bij, maar ook het duidelijkst afwezig. Vaak missen wij hem, maar even vaak hadden we hem gegund om te kunnen beleven wat wij beleven, te kunnen genieten waar wij van genieten.

Jan was helemaal weg van kerken, kloosters, paters en alles wat daar bij hoort. In Athene staat om de paar honderd meter een kerkje. Niet groot, want dat hoeft niet; de mensen komen niet allemaal tegelijk, het is er een doorlopende voorstelling. Mensen stappen even naar binnen om wat kruisjes te slaan, te bidden of de Grieks Orthodoxe priester om raad te vragen. De kerkjes zijn klein en donker, vol oude iconen. Heel anders dan bij ons. Jan zou er zo van genoten hebben. Ik heb in heel veel kerkjes even rond gekeken, een kaars aangestoken. Even de sfeer geproefd. Voor Jan. Stel dat hij meekijkt door mijn ogen…..

We hebben alle drie genoten van deze week in een voor ons onbekend land, we hebben veel gezien, vooral oude stenen. Athene staat en ligt er vol mee, tempels, agora’s, stoa’s, begraafplaatsen, restanten van badhuizen. Het tempo lag behoorlijk hoog. En tussendoor aten we op terrasjes Griekse salades en andere lekkernijen. We zijn ook nog naar een badplaats gereisd om van de zee te kunnen genieten, en een dagje met een veerboot naar het eiland Aegina geweest. Onderweg zagen we een dolfijn langs flitsen.
We hebben er een sport van gemaakt om zoveel mogelijk “vrienden” te maken, haha. We gaven onze nog geldige metrokaartjes aan verbaasde Grieken, gaven een oud vrouwtje een arm om de boot af te kunnen, raapten een gevallen petje op van een meneer op de Acropolis en deelden onze broodjes met de bedelaar die altijd bij de supermarkt stond. Een jongen die de zee uitkwam met een bloedneus kreeg onze zakdoekjes. Dat leverde allemaal vriendelijke reacties op.    


Het was weer fijn om dit met onze meiden te kunnen doen. Onze slimme, snelle meiden. Als ik nog een beetje rond stond te kijken om een straatnaambordje te ontdekken, hadden zij het al gevonden op de kaart en ook de nieuwe richting al bepaald. Na twee dagen gaf ik het op me daar mee te bemoeien, ik liep gewoon braaf achter ze aan. En om de paar meter werd er eens over een schouder gekeken of ik nog volgde. Mijn lieffies. Gelukkig lette ik op het vliegveld wel even goed op want daar stapten ze bijna naar de verkeerde gate…
Ik ben er trots op dat het ons zo goed lukt om met maar heel af en toe wat gekibbel een week op elkaars lip te zitten in een stoffige warme stad en toch te genieten. We  zijn er ons ook van bewust dat dit soort vakanties niet of nauwelijks zouden bestaan als Jan er nog geweest was. Dan waren we allemaal twee aan twee onze eigen weg gegaan.

En als dan soms, al lopend onderweg naar weer een prachtige plek, ineens het verdriet iets te hard binnenkomt, omdat ik een Griekse man met baard, buikje en een schort daaromheen achter zijn broodjeskraam zie staan, net zoals Jan in de keuken wel eens stond, of soms als een dochter moet huilen omdat ze haar papa zo mist, dan is dat ook oké. Dat hoort er bij. Jan hoort erbij. Hij gaat nou eenmaal altijd met me mee.

woensdag 4 juni 2014

tegenstrijdig

Het ene moment geniet ik van mijn nieuwe fiets en kan ik haast voor me zien dat Jan zo dicht bij me is dat hij een soort van achterop zit mee te genieten, z’n dunne zachte haar wapperend in de wind.
Het andere moment zie ik mijn eigen schaduw en voel meteen weer die confronterende pijn, die schaduw is toch echt maar alleen.

Het ene moment ben ik zo trots op mezelf, vind ik het zo goed zoals ik nu weer in het leven sta, dingen onderneem, erop uit ga. Het andere moment vind ik mezelf maar een enorme zielepiet.
Het is ook zo tegenstrijdig, Jan is zo dichtbij en toch zo ver weg. Nooit dichtbij genoeg.

Mijn vader werd maar 57. Hij zag geen een van zijn kleinkinderen ooit. Wist wel dat hij opa zou gaan worden en pas later begreep ik waarom hij niet blij reageerde. Mijn moeder werd 77, ze had 7 kleinkinderen. Nu is er weer een volgende generatie, 5 achterkleinkinderen al, ze zag ze nooit. De jongste twee zijn nog heel klein, 8 dagen. Twee broertjes, Piet Lutjes en zijn broer. (dit snapt niemand, maar dat maakt niet uit) Jan zag ze nooit. Hoeveel kindjes ga ik nog leren kennen die hij niet mag meemaken?
Vandaag heb ik ze gezien, twee minimensjes, in tegenstellig tot hun grote zus hebben ze nog nergens weet van. Wat een schatjes. Wat een tegenstijdige emoties.

Vol tegenstrijdigheden , dat is hoe mijn leven tegenwoordig is. Ik geniet en ik ben verdrietig. Ik leef, maar een stukje van mij is met Jan dood gegaan.

De SamenLoop

Het gaat me lukken, dit komt helemaal goed. Er zijn al zoveel mensen die meelopen, de meeste zonder dat ik ze echt gevraagd heb. Ik krijg zoveel positieve reacties en die leveren me weer zoveel positieve energie op. Maar ik besef ook maar al te goed dat zelfs deze 100ste SamenLoop Jan niet terug gaat brengen. Het is wel mijn manier om met dingen om te kunnen gaan, ik moet iets kunnen doen. Liefst iets positiefs. Het gevoel ergens mee te willen gooien is er heel soms nog wel, maar het besef dat dat niks anders oplevert dan rommel die ik zelf moet opruimen is te groot.
Woensdagavond zit ik in het belpanel voor een tv-actie voor KiKa, ook zoiets. Ik heb er nu al zin in, ben nog gauw even zelf maar donateur geworden,. Dat was ik al wel van het KWF en KiKa heeft een paar keer een groot bedrag van ons gehad, maar een hele avond nieuwe structurele donateurs inschrijven en dan zelf niet tussen dat rijtje horen vind ik niet kloppen.
De gedachte dat er desnoods maar één mens een klein beetje minder hoeft te lijden dankzij die fondsen is voor mij motiverend genoeg.

Ook die SamenLoop roept tegenstrijdige gevoelens op. Feest van Hoop! Wat nou hoop? Maar ook een moment en een plaats om met velen stil te staan bij de ellende die met kanker mee komt.

Alleen al de tekst op de shirts en vlaggetjes: beleven   meeleven   doorleven.  Au, die doet pijn.