donderdag 10 april 2014

muurtje


Iemand reageerde anoniem op mijn blog: “Wat is het stil, hoop dat het goed gaat Wil”.

Het is er inderdaad stil, ik blog niet meer zo vaak. Er gebeurt genoeg, maar het is niet meer zo spectaculair.
Bovendien had ik het druk met vanalles; cursus IVN, cursus rouwbegeleiding, gespreksgroep, activiteit bij inloophuis Toon en Tai Chi natuurlijk. En wat contacten gelegd met lotgenoten. En daarnaast ook nog een en ander gedaan voor de SamenLoop.
De laatste weken ben ik dus moe, heel moe. Ik moet duidelijk nog een balans zien te vinden tussen te druk en te stil. Gewoon thuis op de bank zitten blijkt ook waardevol en noodzakelijk. Dus heb ik deze en vorige week tegen een aantal dingen nee gezegd.
Maar niet tegen alles.

Een lieve collega hield open huis, ze wilde ons haar nieuwe woonplekje laten zien. Mooie flat met voor mij dubbele betekenis. Toen ik hem leerde kennen woonde Jan er een paar deuren vandaan. Zijn flat had precies dezelfde indeling, hetzelfde grote balkon. Er kwamen veel herinneringen naar boven. Ik zag de bruine bank die een groot deel van de kamer in beslag nam, de keuken waar Jan kipkerrie voor me kookte toen ik voor het eerst bleef eten. Cora, zijn Duitse herder die nog jaren later de oren spitste als er een eend (deux chevaux) langsreed omdat ze dacht dat ik er aan kwam. In deze flat ben ik niet naar de slaapkamer gaan kijken, die in mijn herinnering kwam nog haarscherp naar voren: echt een mannenhuis, een bed, een kast en een peertje aan het plafond. Meer heeft een mens niet nodig toch?  

Buiten herkende ik het minder goed, in mijn herinnering was er een muurtje, dat muurtje kon ik niet terug vinden. Bij dat muurtje stond Jan mij ooit uit te zwaaien, ben ik nog even teruggegaan om hem een zoen te geven. Zegt hij onnozel: “Is je auto kapot?”

 
Ik blijf het vreemd vinden dat ik dat dan na afloop niet even tegen hem kan vertellen. Dat ik ergens geweest ben, of iets leuks gedaan heb. Of dat er iets naars is gebeurd. Zo raar.
Deze week was ik naar de film: Kenau. Een mooie film over een moedige vrouw. De belangrijkste thema’s waren de kracht van vrouwen in moeilijke situaties, en de liefde van een moeder voor haar dochters. Ik dacht altijd dat Kenau een scheldwoord was, daar denk ik nu anders over. Ik vond de film erg de moeite waard, maar ik kon dat niet tegen Jan zeggen.
Vandaag belde er een dochter, ze was weer in het ziekenhuis en krijgt weer een aantal onderzoeken vanwege gezondheidsproblemen. Voor een ervan wordt ze een nachtje opgenomen. Heel vervelend allemaal en dat kunnen we niet met Jan delen.
Ik heb een cursus gevolgd, vrijwillige rouwbegeleiding, afgelopen dinsdag heb ik die afgesloten, weer een certificaat erbij, en die kan ik niet aan Jan laten zien. (het belangrijkste wat ik tijdens die cursus leerde is dat ik nog lang niet ermee aan de slag hoef, ik zit er zelf nog veel te veel midden in)
Een mama van een kindje zei iets liefs tegen mij bij Bruintje Beer, ze vertelde wat hij tegen haar zegt als ze thuis op hem moet mopperen: ”Dan ga ik wel bij Wil wonen hoor!”   En ik kan dat niet tegen Jan zeggen.
We waren met z’n vijven naar de dierentuin, het was een prachtige dag, Blijdorp heeft een heel mooie vlindertuin erbij gekregen. Maar Jan deelde niet mee in de pret. Het niet meer kunnen delen is misschien wel wat het meeste pijn doet.

Heel veel dingen wennen, alleen eten, alleen thuiskomen, alleen slapen. Maar het niet meer kunnen delen went nooit.
Dus als je nou vraagt of het wel goed gaat? Ik weet het niet, denk wel redelijk, naar omstandigheden zullen we maar zeggen. Of wisselend bewolkt, met af en toe een bui.