zaterdag 8 maart 2014

Taart


Zaterdag 1 maart, de dag voor Jan zijn geboortedag. Ik was onderweg om boodschappen te gaan doen. De planning was dat ik ook taart zou kopen voor het bezoek dat op 2 maart zou komen. Onderweg naar de winkel vliegt het me ineens aan: ”Taart kopen??? Hoe kun je nou taart gaan kopen, taart hoort bij feest, en er valt niks te vieren, hoe haal je dat nou in je hoofd? Zie je jezelf al staan dadelijk met die taart?” De moed zakte me in de schoenen.

Het laatste stukje tot de winkel gingen mijn hersens op volle toeren, het bezoek was uitgenodigd om Jan z’n geboortedag met ons door te brengen en nou wilde ik ineens geen taart gaan kopen. Ik heb met mezelf een compromis gesloten; het zijn appelflappen, koffiebroodjes en muffins geworden. Dat lukte wel.

Zondag 2 maart, de dag dat Jan 57 had moeten worden. Ik heb er erg tegenop gezien, kan er ook nog niet over uit. Mijn eigen vader is maar 57 geworden en Jan heeft dat niet eens mogen halen.  Mijn lieve meiden waren er al vroeg en we hebben samen gewandeld. ’s Middags waren hun maatjes er ook en tussen 2 en 5 hadden we de familie uitgenodigd. We realiseerden ons goed dat dat best lastig voor ze zou kunnen zijn en we waren dan ook blij dat de meesten wel gekomen zijn. (voor die paar die een andere keuze hadden gemaakt: dat was ook prima hoor) We hadden de familie gevraagd om herinneringen aan Jan mee te brengen voor in ons herinneringenboek. Dat hebben ze ook gedaan, vooral in de vorm van foto’s en een enkele brief. Daar zijn we erg blij mee.

En het gaf ons een bijzonder en warm gevoel dat mensen toch gekomen waren ook al viel er niks te vieren. De extra dikke knuffels en de tranen die hier en daar in de ogen stonden deden ons goed.

’s Avond hebben we een wensballon opgelaten. Gelukkig hadden we er twee, want met veel gestuntel en gedoe was de eerste al opgebrand voor hij omhoog kon gaan. Gelukkig lukte de tweede wel. En eigenlijk vond ik dat ook wel weer grappig, die onhandigheid paste ook goed bij Jan, dus we hebben de dag in stijl afgesloten.

Het was geen fijne dag, wel een goeie. En vooral fijn dat hij weer voorbij is.

 
Zoals zovaak was er deze week weer een erg confronterend moment. Ik was in het ziekenhuis op bezoek bij een lieve lieverd die daar heel dapper ligt te wezen. In de hal bij de uitgang stonden twee beelden, de ene van een vrouw die nog even achterom kijkt en zwaait naar het andere beeld; een man die in dat ziekenhuis moet blijven. Het beeld paste precies over de vele beelden die ik van dit soort situaties in mijn geheugen heb.