dinsdag 30 juli 2013

zonnebloemen


Mijn allerliefste oudste dochter is weer thuis uit Cuba. Samen met Annelijn was ik haar en Jeroen onaangekondigd gaan ophalen op Schiphol. Ik ben blij dat ze weer heelhuids thuis is, ik heb haar gemist. Het voelde heel vreemd om daar bij die schuifdeuren bij de gate te staan, ik had zo graag nog iemand opgehaald die ik mis. En Joris Linssen was er ook al niet.  

Ze had mij in de eerste week van de vakantie gesmst dat ze een dagje ziek was geweest van verkeerd eten. Het bleek achteraf wat erger, ze had een zware voedselvergiftiging gehad en moest op aanraden van de beheerder van de Casa naar het ziekenhuis voor onderzoek omdat er cholera heerste. Gelukkig was het dat niet en is ze er met een antibioticakuur bovenop gekomen. En dan niks tegen mij zeggen; “Ja mam, dan had jij 3 nachten niet geslapen!” Grapjas.

Op de terugweg zagen we ineens een klein rood invalidenautootje rijden op de vluchtstrook, levensgevaarlijk!! Zomaar langs de A2 aan het toeren. We hebben 112 gebeld en even later zagen we een motoragent rijden, die ging hem vast begeleiden.

Maandag had ik een eindje gefietst met Nienke. Bij mij in de wijk kwamen we iemand tegen die Jan goed gekend heeft. Hij had twee grote bossen bloemen in zijn handen. Toen hij mij zag zei hij: “Stop eens even”. Ik stopte en kreeg zomaar spontaan een bos zonnebloemen in mijn handen gedrukt en een schouderklopje. “Voor jou”, zei hij, “die heb je wel verdiend”. En hij liep verder.           Ik was verbaasd en verrast.          Het was superlief en ik krijg heel graag bloemen. Maar het was ook een beetje vreemd, alsof ik de zieligheidsprijs gewonnen had.

Ze staat prachtig in een vaas hier nu, ze zijn wel een meter hoog. En ze doen me denken aan Jan met een bokkig gezicht toen hij van mij moest poseren in een zonnebloemenveld langs een gevaarlijk drukke weg….

Die prachtige zonnebloemen fleuren de kamer op nu het een dagje druilerig weer is. Ik vind het niet erg dat het een regenachtige dag is, ik ben niet gemaakt voor meer dan 25 graden. Bovendien is dit prima weer om een dagje te ruimen. Hoewel ruimen nog steeds een lastig begrip is voor iemand die geen afstand kan doen van dingen waar herinneringen aan vast zitten.

Vannacht kwam er een mailtje van Cor. Hij was samen met Jan jarenlang heel actief in de plaatselijke politiek. Cor mailde dat het euthanasieproces van zijn vrouw in gang is gezet. Op maandag 5 augustus zal Coby afscheid nemen van het leven en van haar dierbaren. Ik had Cor en Coby een lang en gelukkig leven gegund. Ook voor dit verdriet heb ik geen woorden.

 

vrijdag 26 juli 2013

dag


Lieve Jan,

Ik weet inmiddels dat er na iedere nacht weer een dag komt, na slechte dagen iets betere. Ik hou me er aan vast op momenten dat ik het zwaar heb want ik heb inmiddels ervaren dat het echt zo is.   Dagen als vandaag zouden eigenlijk niet speciaal mogen zijn, na 5,5 maanden is mijn verdriet niet anders dan na 6 maanden. Maar toch voelt het anders, we missen je vandaag nog net wat meer.

Annelijn en ik hebben ons er samen goed doorheen geslagen. (Nienke hopelijk ook in Cuba)  We hebben gewandeld op een prachtige plek waar we nooit eerder waren, er was een bijenweide, water vol waterlelies, paden die krioelden van de minikikkertjes zodat we heel voorzichtig moesten lopen, een moerassig stuk en velden vol vlinders, allemaal even mooi. Helaas waren er ook wat steekbeesten die niet wisten dat DEET ook voor hen bedoeld was.

En we praatten over jou, dat je geen superwandelaar was en helemaal al geen natuurkenner. Maar dat je zeker wel heel trots en blij zou zijn als je ons zo samen daar kon zien lopen in dat mooie stukje Nederland. We hebben allebei geen vakantie, maar wel een vakantiegevoel. En we voelden jouw trots en jouw liefde heel dicht bij ons.

Samen zijn, samen wandelen, samen eten, dat werkt het beste op zo’n dag. De rest van de dag was er tijd voor tranen, die horen er ook bij. En ik heb wat herinnerdingen van je zitten bekijken, waar ook al weer nieuwe herinneringen aan zitten die jij niet eens kent. (je oude paspoort met de gaten, BamBam, bijvoorbeeld)

Ik reken nog maar niet op een goede nacht, maar weet dat er wel weer betere dagen gaan komen. En nog heel veel dagen zoals deze.

Ik mis je lieve Jan.                                      10 over half tien, precies een half jaar geleden….

nacht


Wat een vreselijke nacht was dat nu precies een half jaar geleden. Je was je er gelukkig al niet meer bewust van omdat je met Dormicum in slaap gehouden werd.    Ook deze nacht was helemaal niks; teveel herinneringen in mijn hoofd aan de ellende van toen!  Ik kan de naarste herinneringen van die dag niet eens op mijn blog omschrijven.

Ik mis je Jan, al een half jaar. Ik mis je als ik opsta en ik mis je als ik slapen ga en alles daartussenin. Slapen is moeilijk, maar vannacht was het een ramp! Net als een half jaar geleden, toen kon ik niet slapen omdat ik voor jou moest zorgen en bij je wilde zijn. Nu kan ik niet slapen vanwege de herinneringen aan die nacht en omdat ik bij je zou willen zijn. Ik heb de hele nacht liggen draaien in een veel te warm en veel te leeg bed. Ik hoorde  3 keer een ambulance, of reden ze alleen maar door mijn hoofd?

Ik weet het niet precies meer, heb het in alle ellende niet goed geregistreerd maar ik denk dat jouw laatste bewuste woorden tegen mij waren: ”niet huilen”. Nou, ik moet wél huilen! Iedere dag, want ik mis je. De ene dag huil ik wat meer dan de andere hoor, er zijn echt wel goede dagen bij. Want we zijn dapper en doen ons best, maar wat missen we je.

Wat zou ik er voor over hebben om nog één keer je hand te mogen vasthouden. Nog één keer tegen ’t aanrecht leunen om met je te kletsen. Nog één keer knuffelen, ruzie maken desnoods. Nog één keer over onze meiden praten, én de aanhangers. Nog één keer naast je wakker liggen omdat je zo snurkt. Nog één keer samen SkipBo spelen, ik zou je graag laten winnen, nog een keer onder je voeten kietelen. Nog één keer samen aan zee, ook al moest ik er de laatste keren alleen wandelen terwijl jij in de strandtent met een kopje koffie naar me zat te kijken. Desnoods samen naar Andre van Duijn kijken met jou, want dan lachte je altijd zo leuk. Nog één keer Jan, ik zou driemiljoen filmpjes van je maken in plaats van die paar die ik nu heb.

Ik lach nog wel hoor Jan, maar er valt hier een stuk minder te lachen zo zonder jou.  

dinsdag 23 juli 2013


Herinnerdingen

In de kamer staat een tafeltje met foto’s en spullen van Jan; foto’s, brilletje, telefoon die met plakband gerepareerd is (Jan zou zeggen: die gaat nog op kolen), zijn urn en nog wat spullen. Onder dat tafeltje staat een oude broodtrommel, ook met veel herinneringen. Verder liggen er her en der nog dingen van Jan; z’n insulinespuit en medicijndoosje enzo. Aan de deur hangen al maanden dezelfde lieve kaarten. In de gang hangt zijn jas. Ik kan het niet wegdoen.

Boven, in het kamertje waar Jan altijd de administratie bijhield, of toch in ieder geval die indruk wekte, is nog veel meer van hem. Daar ben ik wel begonnen met opruimen, ik moest wel, want anders kwam ik met heel die papierwinkel in de problemen. Maar zogauw ik doorhad hoe die administratieve dingen opgeborgen zaten ben ik daar ook weer gestopt, zo moeilijk! Zijn schoenen staat daar, en zijn oude pantoffels. Er zijn ook nog stapels krantenknipsels over de periode dat Jan raadslid was. En allemaal bewaardingen: oude paspoorten, oude portemonnees (die ene die altijd mee op vakantie ging voor het vreemde geld toen de euro er nog niet was) brillen, foto’s. Veel van die spullen in dat kamertje heb ik in een bak gestopt; herinnerdingen heb ik er op gezet. Want dat zijn het, dingen die herinneringen aan Jan oproepen, aan ons verleden, aan toen het nog wij was.

Maar de meeste herinneringen zitten natuurlijk gewoon in mijn hoofd en daar dringen ze tegenwoordig om voorrang. Vroeger, toen de kamelen nog te voet gingen, was een van Jan z’n standaarduitspraken. Herinneringen en herinnerdingen van vroeger.

Het is lastig om plaatsen te bezoeken waar ik veel met Jan was.    De bioscoop bijvoorbeeld, een van onze favoriete plekken toen Jan niet zoveel meer kon.    Afgelopen zaterdag ben ik er met mijn allerliefste jongste dochter weer geweest, voor het eerst. En ik dacht maar steeds: hier kreeg ik een bekeuring voor wel 4 km te hard, hier parkeerden we altijd. Hier konden we nooit een lift vinden, dus moest Jan traplopen. Hier, op dit bankje, wachtten we altijd op elkaar bij de toiletten. En hier zat Jan als hij weer eens misselijk de film uit moest. Het was fijn om daar de eerste keer weer te zijn met iemand die dat begreep!

Er zijn ook plaatsen waar ik (nog) niet kom:  Aan zee bijvoorbeeld, die prachtige zee waar ik zovaak een weekend of vakantie was met Jan. Met die indrukwekkende symboliek van het almaar af en aan rollende water. En sommige terrassen mijd ik; toch zeker die waar we vorige zomer bijna iedere avond zaten na een bezoek aan Jan z’n moeder in het hospice. De herinneringen zijn fijn, ik ben er blij mee, maar ze doen tegelijkertijd ook zoveel pijn. Ze zijn namelijk allemaal uit een tijd die nooit meer terugkomt.
Drie foto’s van mooie herinneringen:    
Jan kookt tijdens onze eerste vakantie in Frankrijk. Vlak na deze foto laat hij alle macaroni in het gras vallen.
Jan met z’n meiden op het strand van Zeeland. (of was het Frankrijk?) Herinneringen vervagen ook wel eens wat.
 

Jan in een bootje op weg naar Caldey Island, een eiland aan de kust van Wales met alleen maar een klooster erop. Je ziet de voorpret op zijn snoet.


vrijdag, dan is het 26 juli, dan is Jan precies een half jaar alleen nog maar herinneringen. En dat is nog steeds moeilijk te snappen.

zaterdag 13 juli 2013

Schuur


De schuur opruimen staat op mijn to do lijstje voor in de vakantie. Ik kan er namelijk niet meer lopen, dus ik ga daar braaf aan de slag.

Het eerste wat ik pak is een rugzak van Jan….  Terughangen maar. Dan een oude jas van hem…twijfel. Even de zakken checken. Oude bonnetjes van een pub in Ierland, in 2007 waren we daar samen op vakantie… zo schiet het niet op!

Er liggen stukjes schuurpapier. Ik zie iets anders. Ik zie 2 februari 2013, zaterdagochtend. De kist voor Jan is gebracht en hij ligt er net in. Er blijken splinters aan het deksel te zitten en Nienke en ik schuren samen met deze stukjes schuurpapier de rand glad.

Het opruimen van mijn kleine schuur blijkt geen eenvoudige klus.

4 uur later ben ik klaar. Het resultaat: 1x rijden naar de stort, 1 zak schoenen voor de kledingcontainer, 3 dozen spullen voor Twiddus, een opgeruimde schuur (járen geleden) en zelfs een aangeveegde oprit. En een knalrood bezweet hoofd. Goed bezig!

Met verbazing heb ik alle blikken verf verzameld die overal vandaan kwamen. Het lijkt hier wel een dependance van de Gamma. Bijna allemaal verf van verhuizende, studerende dochters.  Ook de bloempotjes die ik vorige week kocht bleken overbodig, er stond nog een hele stapel in de schuur. Dat komt er nou van.

Ik weet wel iemand die een enorme hekel had aan dit soort klussen en die nu heel trots op mij zou zijn geweest!!

p.s.   de jas hangt er weer, mét bonnetjes

rouwdementie

Vanmorgen ging ik de deur uit, stapte op mijn fiets en vroeg me binnen 2 seconden af of ik mijn haar wel gekamd had. Dus ik weer terug. Terwijl ik in de spiegel keek zag ik dat mijn bloes scheef dichtgeknoopt zat, m’n haar was wel gekamd, maar gelukkig was ik gaan twijfelen, want zo’n scheef bloesje valt bij mij meer op dan ongekamd haar.

Ik kwam pas ook niets vermoedend 2 keer te laat op m'n werk, en ik moet echt alles opschrijven wat ik niet mag vergeten. Meestal als ik de deur uit ga moet ik nog een keer terug omdat ik iets vergeten ben mee te nemen. Voor dementie ben ik nog net iets te jong, zwangerschapsdementie (schijnt ook te bestaan) zal het niet zijn. Zou er ook zoiets als rouwdementie bestaan? Want als dat zo is, dan heb ik het!

Maar tegelijkertijd vind ik dat ik best in staat ben om mijn eigen zaakjes te regelen, ik heb deze week 2 apparaten hier in huis laten vervangen omdat ze op waren. Lukt prima. De Nederlandse economie heb ik in ieder geval weer goed gestimuleerd. Aan mij zal het niet liggen.

Ooit heb ik me voorgenomen om het eerste jaar na Jan z’n dood geen grote beslissingen te nemen over werk, wonen, of wat dan ook. En daar blijf ik bij. Lijkt me een goed idee. Mijn hersens zijn helemaal nog niet in staat om over belangrijke dingen te beslissen. Ik was ook al heel snel van plan om vrijwilligerswerk te gaan doen, dat heb ik zo ongeveer mijn hele leven gedaan, ik ben er mee gestopt toen Jan steeds zieker werd en mijn aanwezigheid steeds meer nodig had. Ik had al geinformeerd bij Villa Pardoes, want dat leek me wel iets. Daar hebben ze een wachtlijst voor nieuwe vrijwilligers die zo lang is dat er geen mensen meer op mogen. Terug naar mijn vorige vrijwilligerswerk, Vluchtelingenwerk, wil ik nu niet, de mensen die je daarbij ontmoet zitten vaak tot over hun oren in de problemen, dat kan ik er nu niet bij hebben.

Maar inmiddels ben ik van gedachten veranderd, ik moet even helemaal niet voor andere mensen zorgen van mezelf, ik moet eerst maar eens iets gaan doen wat ik zelf leuk vind, waar ik voor mezelf plezier uithaal. Een cursus keramiek dus, en daarnaast een serie gespreksavonden met lotgenoten. En af en toe ga ik schilderen ofzo bij Inloophuis Toon in Waalwijk. Ik heb de laatste jaren weinig creatiefs ondernomen en nu moet dat er uit. Zomaar dingen voor mezelf doen was echt weer even wennen. Na zolang voor Jan gezorgd te hebben voelde het in eerste instantie haast als een bevrijding, dat ik weer zomaar tijd had én de deur uit kon. Maar al heel snel besefte ik dat het nu altijd zo zou zijn en toen was de lol er weer vlug vanaf. Nu begin ik daar soms weer een beetje van te genieten en ik hoop dat dat zo blijft. Dus niet strijken of ramen zemen als ik daar geen zin in heb, wat sowieso al vrij zeldzaam is hier in huis maar gewoon iets doen wat ik leuk vind.   Hopelijk helpt dat ook wat tegen die rouwdementie, wat dat is me toch onhandig!

zondag 7 juli 2013

lotgenoten

Op verschillende manieren heb ik contact met lotgenoten, mensen die ook een partner verloren hebben. Het is goed om te praten over dat wat ons bindt.
Maar de verschillen zijn bijna altijd groot; de partner is al langer geleden overleden, de gemiddelde lotgenoot is minimaal 10 jaar ouder, staat niet meer met 2 benen in het arbeidsproces, heeft kleinkinderen en, bijna altijd, een elektrische fiets. Detail.
Het zijn bijna allemaal vrouwen, mannen die hun partner verloren zijn zitten of achter de geraniums te verpieteren of vluchten zo snel mogelijk in een nieuwe relatie. En toch is er snel herkenning als er ervaringen worden uitgewisseld.
Als mij gevraagd wordt hoelang Jan dood is, is het antwoord steevast: zo kort nog maar!! En dan hoor ik ze bijna denken: Ach gossie.
Hun verhalen stemmen mij niet vrolijk; “Als ik in de tuin zit hoor ik overal stellen en gezinnen en dan gaat de barbecue aan.”of  “In de winter is het minder erg, dan doe ik de gordijnen dicht en steek wat kaarsen aan, dan is iederéén binnen” of “Als ik thuis kom steek ik een kaars aan bij zijn foto, en dan vertel ik waar ik geweest ben” en “Ik kan niet thuis zijn, probeer steeds maar om ergens heen te gaan”.
Ppffttt… hoezo het wordt wel beter?
Het biedt me dus wel herkenning maar het baart me ook zorgen. Ik ben dan ook meestal de eerste die vertrekt, voor een poosje is het fijn, maar dan heb ik weer genoeg aan mijn eigen verdriet.
Wat ik er gelukkig ook wel zie is dat mensen hun uiterste best doen om het leven de moeite waard te houden. Ze gaan op reis, zijn bij allerlei clubjes en doen vrijwilligerswerk. Ze blijven niet thuis zitten verpieteren. De nare ervaringen hebben ze geleerd dat het leven zeker niet maakbaar is, maar dat je het uiteindelijk toch wel zelf moet doen.

Waar heb ik dat meer gehoord; op de wind heb je geen invloed, wel op hoe je de zeilen zet.
Het is het motto van Lowie. Afgelopen week ging ik met hem en Yvonne naar een lezing van Manu Keirse, een Belgische professor die boeiend spreekt over rouw. Het was een mooie avond.
Ook zij zijn lotgenoten, maar dan weer anders. Net zoals ik van te voren niet kon bevatten hoe het zou zijn om Jan te verliezen kan ik niet snappen wat het betekent om een kind te verliezen, en zij niet hoe het voor mij nu is.
Maar dat hoeft ook niet, we doen niet aan leedconcurrentie.

Morgenavond komt er weer een mooi programmam op tv: Liefde voor later. Mensen die terminaal ziek zijn maar nog jonge kinderen hebben maken een herinneringsdoos, zodat hun kinderen zich later nog een beeld kunnen vormen van hun overleden vader of moeder.
Het wordt geheid huilen als ik naar zo’n programma kijk, maar ik vind het wel erg mooi en wil het zeker niet missen.
In de eerste afleveringen zat bovendien iemand die ik van heel vroeger ken, zij zat bij mij bij de scouting,  toen we nog jong waren. Ze had inmiddels 2 adoptiekinderen en 4 pleegkinderen, maar helaas heeft ze die niet volwassen zien worden.

zaterdag 6 juli 2013

to blog or not to blog

Dat is de vraag soms. Heb ik wel iets te melden? Of schrijf  ik alweer dat ik Jan zo mis en dat dat pijn doet?
Ik heb al even niet geblogd, weet niet altijd wat te schrijven en wil ook niet altijd schrijven wat ik voel. Ik wil niet de indruk wekken dat ik hier op de bank zit te verschrompelen. Want dat is niet zo. Hier thuis wordt ik wel het vaakst overvallen door mijn verdriet en laat ik het makkelijkst mijn tranen lopen. Na ruim 5 maanden is de pijn niet minder dan de eerste dag.
Maar ik heb ook echt wel goede momenten. Regelmatig fiets-wandel-lunch ik met lieve mensen waarbij ik mijn verhaal kwijt kan. En als er een of twee dochters in de buurt zijn is het altijd goed. Zij zijn de enige twee die door hun aanwezigheid, doordat ze voor de helft “Jan” zijn, het gat een beetje kleiner maken.

Boosheid zit er ook wel; boos omdat ik een leven leid waar ik niet voor gekozen heb. Ik had nu met Jan in Ierland moeten zitten, of op een Grieks eiland. En zonder Jan reizen zie ik nog niet zitten. Dit jaar in ieder geval niet.

Werken gaat steeds beter, ik kan weer genieten van de peuters. Afgelopen week kreeg ik zomaar uit het niks een groeps-hug van 3 kleintjes en eentje vertelde dat hij mij “heul” lief vindt. Maar soms gaat er wel eens wat mis; Ik kom op mijn werk er van overtuigd dat het 10 voor 8 is. Na een paar minuten dringt het tot me door dat het 10 voor 9 is! Gelukkig was het niet druk, niemand had het nog in de gaten, maar het was me twee weken eerder ook al overkomen, toen was ik een half uur te laat.
En allebei de keren had er een kindje zonder luier eens lekker in haar broek gepoept, maar allebei de keren was alles net opgeruimd toen ik kwam, alleen de lucht hing er nog. Dus ik plan het wel goed als ik te laat kom, dat dan weer wel…
Zo gaat er wel vaker iets fout; ik sta te koken, een wereldgerecht, gewoon uit een pakje dus. En de sausmix doe ik door het gehakt en van de kruidenmix probeer ik een saus te maken…
Mijn hoofd is vaak niet waar ik ben, mijn gedachten leiden een eigen leven.

Tegenwoordig ben ik voor twee mensen trots op onze dochters. Eentje backpackt er nu door Cuba, een land wat voor toeristen nog niet zo heel toegankelijk is. Zo is er bijna geen pinautomaat en nauwelijks internet of telefonische bereikbaarheid.       De andere heeft op dit moment 3 banen. De baan bij Avans loopt bijna af omdat er ook daar geen vast contract gegeven wordt na drie tijdelijke. Maar in plaats van thuis te zitten wachten op een baan op universitair niveau die er op dit moment niet is voor haar heeft ze een nul-urencontract aangenomen bij Prisma. Nu zorgt ze voor mensen met een verstandelijke beperking. (waar ze als kind heel bang voor was) En daar loopt ze tegen confronterende dingen aan, zoals een oudere man, die Jan heet en binnenkort dood gaat.
Na de eerste schrik heeft ze haar leidinggevende verteld dat haar papa Jan pas overleden is en dat zijn lastige dingen om te moeten vertellen als je ergens net werkt.
Je kunt niet zomaar ergens binnen komen en roepen: goedemorgen, mijn vader is pas dood, houden jullie daar allemaal even rekening mee??
Ik vind ze dapper, allebei op hun eigen manier, en ik vind ze lief keer 2. Ik hou voor 2 mensen van ze.

Ik ben een ander persoon geworden lijkt het soms wel. Er hangt een ander aura om me heen. Mensen kijken me aan met een blik waar medelijden uit spreekt, ik ben niet meer gewoon Wil, of de vrouw van. Ik ben nu die ene die zo sneu is want haar man is na een lange ziekte overleden. De vrouw van die van Wanrooij, wittenie?
Ik ben zelf ook nog erg zoekende naar wie de nieuwe ik is. Jan en Wil.   Wie ben ik zonder Jan?
Maar ik blog nog wel. Het is namelijk mijn blog, dus het maakt niet uit of iemand het lezen wil, als ik het maar schrijven wil.